Veel Libanezen zien de oplossing nog altijd in het buitenland

05 oktober 2022Leestijd: 5 minuten
Lebanon Ashoura

In Libanon met al zijn verschillende vlaggen is de nationale eenheid soms ver te zoeken. Zo is het land nog altijd het schaakbord waarop buitenlandse machten naar hartenlust hun geopolitieke spel spelen, schrijft Hugo Schiffers in dit laatste deel van zijn blog over zijn voettocht door het land.

In het dorp Deir al-Qamar (‘Klooster van de Maan’) staat het paleis van Fakardin. Deze zestiende-eeuwse edelman beschouwen veel Libanezen als vader des vaderlands, omdat hij met oorlogvoering en diplomatie een gebied bij elkaar wist te sprokkelen dat grofweg samenvalt met het Libanon van nu.

‘Veel van wat hier staat is nog door hem gebouwd.’ Antoine (80) is gepensioneerd architect en wijst naar een moskee in het centrum van Deir al-Qamar: ‘Die daar bouwde hij voor de moslims, hoewel hij zelf tot de druzen behoorde. Net zoals hij kerken bouwde voor de christenen in zijn leger.’

Hugo Schiffers (1997) is freelance journalist en onderzoeker. Hij studeerde Neurowetenschappen en Internationale Betrekkingen in Utrecht en volgde daarna een master Midden-Oostenstudies met Arabisch in Edinburgh, Schotland. Daarnaast studeerde en werkte hij enige tijd in Tanzania, Rusland en Libanon.

Een machtsstrijd tussen buitenstaanders

Fakardin wordt vaak opgevoerd als symbool van de Libanese eenwording, maar in zijn ambities keek hij juist ook voorbij hedendaagse landsgrenzen. Ottomanen, Koerden, Toscanen, de paus: allemaal waren ze in een bepaalde tijd bondgenoot van de lokale krijgsheer. Een staaltje realpolitik waar hij in 1635 de prijs voor betaalde, toen hij in Constantinopel werd onthoofd.

Het is veelzeggend dat het verhaal van Fakardin, dat zo’n prominente plek heeft in de Libanese geschiedschrijving, ook vertelt van een machtsstrijd tussen buitenstaanders. Wie zich verdiept in de Libanese geschiedenis, treft al snel de namen van een half dozijn andere landen. De Fransen en Britten wedijverden in de eerste helft van de twintigste eeuw om invloed in de regio, Israëliërs, Syriërs en Palestijnen vochten in de jaren zeventig en tachtig in de Libanese Burgeroorlog.

Ook nu nog lijkt Libanon het schaakbord waarop buitenlandse machten naar hartenlust hun geopolitieke spel spelen. Zo steunt Saudi-Arabië de christelijke partij Libanese Strijdkrachten en ontvangt haar politieke vijand Hezbollah steun (en wapens) van Iran.

De buitenlandse inmenging werkt destabiliserend

Dit is niet bepaald een geheim. Libanezen houden namelijk erg van vlaggen. Ze hangen die aan balkons of schilderen ze op hun auto’s, vaak in de kleuren van een politieke groepering. Maar ze pronken ook met vlaggen van buitenlandse sponsoren. ‘Hier in Libanon wapperen de Saudische vlag, de Iraanse vlag, de Syrische vlag,’ zegt de vijftigjarige taxichauffeur Jihad, ‘terwijl alleen de Libanese vlag zichtbaar zou moeten zijn.’

De buitenlandse inmenging werkt destabiliserend. Zo maakte in 2017 de toenmalige premier Saad Hariri tijdens een bezoek aan Saudi-Arabië plots bekend dat hij zou aftreden. Hij was bang te worden vermoord door Hezbollah, op last van Iran. Volgens sommige bronnen, onder wie de Franse president Emmanuel Macron, gijzelde Saudi-Arabië de Libanese politicus ten tijde van zijn aankondiging. Uiteindelijk keerde Hariri terug naar Libanon en bleef aan als premier.

Op goedkope wijze financiële en reputatieschade toebrengen

De krachtmeting tussen Iran en Saudi-Arabië is onderdeel van een grotere strijd tussen de twee landen voor invloed in de gehele regio. Andere fronten in deze koude oorlog zijn de (post-)conflictgebieden Irak en Syrië en de burgeroorlog in Jemen.

Lees hier de vorige bijdrage van Hugo Schiffers: Waarom spaarders in Libanon hun bank overvallen – met of zonder wapens

In dat laatste land ‘voorziet Iran de Houthi-rebellen, die in 2014 de macht grepen in de hoofdstad Sanaa, van wapens en andere steun’, aldus de Iraans-Amerikaanse politiek analist Karim Sadjadpour. ‘Dat is een goedkope manier gebleken om enorme financiële en reputatieschade toe te brengen aan Saudi-Arabië, dat naar schatting meer dan 100 miljard dollar heeft uitgegeven aan zijn interventie in Jemen en algemeen wordt gezien als hoofdverantwoordelijke voor de gruwelijke humanitaire tol van het conflict.’

Iran geldt nu als het grotere gevaar

Meestal verloopt de internationale steun langs religieuze lijnen. Net als Iran zijn de Houthi-rebellen in Jemen en Hezbollah in Libanon sjiitisch. Saudi-Arabië steunt voornamelijk medesoennieten en andere niet-sjiieten, zoals een aantal christelijke politici in Libanon.

Overigens is dit geen harde scheidslijn. De militante Palestijnse beweging Hamas is soennitisch, maar een bondgenoot van de Iraniërs. Beide partijen zien Israël namelijk als vijand. Saudi-Arabië en andere Arabische landen halen nu voorzichtig banden aan met hun oude aartsrivaal Israël. Zij vinden Iran nu het grotere gevaar.

Een bezoeker stuit geregeld op onderlinge achterdocht

Terug in Libanon met al zijn verschillende vlaggen is de nationale eenheid soms ver te zoeken. Veel Libanezen geloven dat een oplossing voor de huidige crisis wel van buitenaf móét komen. Na de verwoestende explosie in de haven van Beirut in 2020 tekenden bijna zestigduizend mensen een petitie die ervoor pleitte Libanon weer onder Frans mandaat te plaatsen, 77 jaar na de opheffing daarvan.

Ook stuit je als bezoeker geregeld op onderlinge achterdocht. Libanon is het land waar de islamitische oproep tot het gebed en het luiden van de kerkklokken elkaar afwisselen, maar veel taxichauffeurs schamperen bij het horen van één van de twee.

Niet overal, en zeker niet iedereen. Daarbij, of er nu een kerk of moskee op het dorpsplein staat: de gastvrijheid die je als wandelaar in Libanon ervaart, is overal hetzelfde. Volgens universitair docent Issam (51) is dit wat de verschillende groepen in Libanon bindt: ‘Het ontvangen van gasten maakt voor Libanezen het leven de moeite waard.’

Libanezen moeten het eens worden over de eigen geschiedenis

De Lebanon Mountain Trail, een pad over bijna de gehele lengte van het land, dat de leidraad vormde voor deze reportagereeks, kan ook een verbindende rol hebben voor het land. Dat zegt bijvoorbeeld wis- en natuurkundedocent Elias (47), die bijverdient als gids: ‘Loop je over het bergpad, dan kom je bijvoorbeeld als sjiiet uit het zuiden op bezoek in christelijke dorpen in het midden van het land en soennitische plekken in het noorden.’

De prominente, in 2011 overleden Libanese historicus Kamal Salibi schreef dat een gedeelde Libanese identiteit alleen kan bestaan als Libanezen het eens kunnen worden over hun eigen geschiedenis. Neem Fakardin. Volgens Salibi accepteert lang niet iedereen het imago van de druzische leider als ‘stichter van het land’. Tijdens de Burgeroorlog waren het zelfs druzen die met dynamiet een standbeeld van Fakardin van zijn sokkel af bliezen. Ze waren het niet eens met hoe Libanese christenen de veldheer bewierookten.

Dat op dit vlak nog werk te verrichten valt, is duidelijk. In het eerste deel van deze reeks zagen we al dat scholen nog geen plek in het nationale curriculum hebben voor moderne Libanese geschiedenis. Wellicht is het een goed idee om wandelen over de Lebanon Mountain Trail op te nemen in de verplichte lesstof. In elk geval voor politici. Wie weet leren ze dan op te komen voor de belangen van álle Libanezen, en wat minder voor die van Iran of Saudi-Arabië.

Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten. (www.fondsbjp.nl)