Rebellen trekken verder zuidwaarts, Ethiopische burgeroorlog dreigt

11 november 2021Leestijd: 4 minuten
Ethiopiërs gaan de straat op om steun te betuigen aan het leger in de strijd tegen de rebellen. Foto: ANP

Een burgeroorlog en ernstige hongersnood dreigen nu het conflict tussen de Ethiopische regering en rebellengroepering TPLF (Tigray People’s Liberation Front) verder ontspoort. Op weg naar de hoofdstad namen de rebellen de strategisch gelegen steden Dessie en Kombolcha in.

1.Waarover gaat het conflict in Ethiopië?

Tot 1991 was de macht in het Oost-Afrikaanse land in handen van dictator Mengistu Haile Mariam. Meles Zenawi nam het daarna over namens de TPLF, maar de bevolking was ontevreden. De TPLF regeerde met harde hand. Na massale volksprotesten verloor het Tigrayse bevrijdingsfront de macht in 2018. Sindsdien is Abiy Ahmed premier. Voor september 2020 stonden verkiezingen gepland, maar de premier stelde die uit wegens corona. De TPLF zorgde ervoor dat hun eigen verkiezingen wel doorgang vonden.

Vorig jaar bestormden TPLF-strijders een Ethiopische legerbasis in de noordelijke regio Tigray. Als reactie sloot de regering het gebied geheel af, er was zelfs geen telefoon- of internetverbinding meer. Ethiopië wordt gesteund door het leger van Eritrea en milities uit buurregio’s.

De TPLF-rebellen hebben zich verenigd met andere oppositiegroeperingen, waaronder de Oromo’s, de grootste bevolkingsgroep in Ethiopië. Samen verdrijven ze het leger uit Tigray en maken ze een opmars naar de hoofdstad Addis Abeba.

Premier Abiy – die in 2019 de Nobelprijs voor de Vrede won, nadat hij na twintig jaar oorlog vrede sloot met buurland Eritrea – spoorde zijn aanhangers aan om zich te bewapenen en de hoofdstad te verdedigen. ‘Onze mensen moeten marcheren, met alle wapens en middelen die ze hebben om ons tegen deze terroristen te beschermen, om ze af te weren en om het TPLF te begraven,’ scandeerde hij op Facebook.

Een week geleden kondigde Abiy voor een half jaar de noodtoestand af, wat de vrijheid van burgers beperkt. Iedereen die wordt verdacht van samenwerking met de rebellen, kan worden bestempeld als terrorist en worden opgepakt. De inwoners van de hoofdstad staan achter de premier en zijn tegen de rebellen. Maar de premier krijgt steeds meer tegenstanders – ook in eigen kring – die zich bij de rebellen voegen. Het land dreigt uiteen te vallen.

2.Wat wil de TPLF bereiken? De oude machtspositie herstellen?

Dat blijft vooralsnog onduidelijk. Wel is duidelijk dat de rebellen Abiy persoonlijk verantwoordelijk houden voor de crisis in het land en hem daarom willen afzetten. ‘We zullen een eind maken aan deze vreselijke situatie voordat ons land implodeert,’ zei TPLF-woordvoerder Berhane Gebrechtristos. De premier zou geen regionale autonomie willen toestaan. Door een overgangsregering te installeren, kan de premier zo snel mogelijk vertrekken, is de overtuiging van de rebellen. Of dat gaat gebeuren, hangt af van de regering en van de ontwikkelingen de komende tijd.

Ook wil de rebellengroep dat de regering hulpverleners weer volledig toegang geeft tot Tigray. En die hulp is hard nodig. In het gebied leven zes miljoen mensen al maanden onder erbarmelijke omstandigheden.

Eerder beschuldigde de Ethiopische overheid hulpverleners ervan – overigens zonder bewijs – dat ze de rebellen bijstaan en zelfs bewapenen. Ook de Nederlandse afdeling van Artsen zonder Grenzen is voor zeker drie maanden niet welkom in Tigray.

3. Wat zijn de gevolgen van het gewapende conflict?

Honger, onrust, veel doden en gewonden, en twee miljoen mensen op de vlucht. Eritrese militairen zouden honderden burgers hebben gedood in Axum, Ethiopische rebellen op hun beurt zouden zeventig mannen uit hun huizen hebben gehaald en vermoord in dorpen ten zuiden van Tigray. Tigrayse rebellen zouden 200 burgers uit Amhara hebben vermoord, de provincie die net onder Tigray ligt. Dat leidde weer tot een vergelding van de Amharen: zij doodden  Tigreeërs. Ook zijn er meldingen van bombardementen en beschietingen waarbij onschuldige burgers omkwamen.

Lees ook het omslagverhaal van deze week: Brussel en Den Haag falen weer bij begrenzen migratie

Uit een VN-rapport blijkt dat alle betrokken partijen zich mogelijk schuldig maken aan oorlogsmisdaden,  plunderingen, executies, groepsverkrachtingen en het oppakken van mensen op basis van etniciteit. Er is nog te weinig bewijs om te kunnen spreken van genocide. De oorlogsmisdaden zullen waarschijnlijk niet leiden tot een straf. Zowel Ethiopië als Eritrea erkent het Internationaal Strafhof in Den Haag niet, waar oorlogsmisdadigers doorgaans worden berecht.

4.Hoe reageren Nederland, de Verenigde Staten en de Verenigde Naties?

Met uitzondering van de hoofdstad Addis Abeba heeft Nederland heel Ethiopië  rood gekleurd. Het ministerie van Buitenlandse Zaken raadt Nederlanders af om naar het land te reizen. Samen met vijftien andere westelijke landen heeft Nederland de strijdende partijen opgeroepen tot een staakt-het-vuren.

De Verenigde Naties hebben de Ethiopische regering dringend verzocht de blokkades bij Tigray op te heffen. De regering heeft daar geen oren naar en wil geen bemoeienis door andere landen.

Normaliter heeft Ethiopië ook warme banden met de Verenigde Staten, maar de relatie is door het conflict bekoeld. Washington dreigde afgelopen september nog met sancties, waarna Abiy zeven hooggeplaatste VN-functionarissen het land uitzette wegens ‘bemoeienis met interne aangelegenheden’. Abiy verweet het Westen ‘neokoloniale vooroordelen’. De Verenigde Staten lieten weten de belegering van de hoofdstad niet te accepteren en riepen landgenoten in Ethiopië op om het land zo snel mogelijk te verlaten.

Ook paus Franciscus reageerde afgelopen zondag. Hij riep op tot intensievere diplomatieke inspanningen om een einde te maken aan het conflict in het land. Meer dan de helft van de bevolking is christen. De paus volgt de ontwikkelingen ‘met bezorgdheid’ en zegt ‘geschokt te zijn door het conflict dat al meer dan een jaar duurt, veel slachtoffers eist en een ernstige humanitaire crisis veroorzaakt’. In zijn toespraak op het Sint-Pietersplein in Rome riep hij op tot ‘broederlijke eendracht en tot de vreedzame weg van de dialoog’.