Tweederde Nederlanders wil veto tegen gemeenschappelijke EU-schuld

14 juli 2020Leestijd: 3 minuten
Derk Jan Eppink, lid van het Europees Parlement namens FVD - ANP

Ruim tweederde van de Nederlanders (69 procent) wil dat Nederland een veto uitspreekt tegen een gemeenschappelijke schuld met andere EU-landen. Dat blijkt uit een peiling van Maurice de Hond in opdracht van de politieke partij Europese Conservatieven en Hervormers (ECR) waarvan onder meer Forum voor Democratie lid is.

De vragenlijst is ingevuld door 2.500 respondenten. Tweederde is de afgelopen tijd negatiever geworden over de Europese Unie. Eveneens tweederde is negatief over het feit dat er via het EU-herstelfonds steeds meer geld wordt overgeheveld naar Zuid-Europese landen.

Lees ook dit spraakmakende omslagverhaal van Jelte Wiersma: Geen stuiver extra naar Zuid-Europa

Driekwart is tegen het betalen van specifieke EU-belastingen om de begroting rond te krijgen (alleen bij aanhangers van GroenLinks en D66 is een nipte meerderheid voor) en driekwart is tegen verdere EU-integratie.

Al maanden onderhandeld over herstelfonds

Het door de coronacrisis zwaar getroffen Italië ligt financieel op apegapen. Om de crisis te verlichten, besloten de Europese ministers van Financiën al in maart om alle begrotingsregels los te laten. Landen als Italië en Spanje mochten hun toch al hoge staatsschuld verder laten oplopen. Maar deze landen willen meer steun in de vorm van een herstelfonds. Nederland heeft keer op keer duidelijk gemaakt dat dat alleen acceptabel is als hier strenge voorwaarden aan worden verbonden.

Over het herstelfonds wordt al maanden onderhandeld. De meeste landen willen dat een aanzienlijk deel beschikbaar komt in de vorm van giften, zodat getroffen landen niet hoeven af te lossen, laat staan rente over die leningen moeten betalen. Maar Nederland was tot dusver tegen, samen met Oostenrijk, Zweden en Denemarken. De landen hebben vetorecht over de plannen.

Premier Rutte staat steeds meer alleen

De EU-regeringsleiders komen vrijdag bijeen in Brussel, maar in de aanloop daarnaartoe is premier Mark Rutte (VVD) steeds meer alleen komen te staan. Zo vond hij eerder de Duitse bondskanselier aan zijn zijde als het ging om voorzichtigheid bij grote reddingspakketten voor de zwakkere EU-landen in het Zuiden. Maar recent maakte Merkel een draai: ze vreest dat door de crisis de verschillen tussen de Europese economieën nog groter worden wat een bedreiging gaan zijn voor de stabiliteit van de EU.

Daarom kwam ze alsnog tot een akkoord met de Franse president Emmanuel Macron. Dat leidde tot een Europees voorstel voor een herstelfonds van 750 miljard euro, waarvan 500 miljard euro aan giften en 250 miljard aan leningen, met de EU-begroting als onderpand.

Italië wil falen afschuiven op rijkere Europese landen

De top gaat in feite over één principe: kunnen landen hun falen over de schutting gooien naar de Europese Unie (EU), en dus naar sterke landen, of niet, schreef Jelte Wiersma maandag.

Lees hier het volledige commentaar van Jelte Wiersma: EU-top: veto van Rutte tegen Merkels onzin is pro-EU

Landen zoals Frankrijk en Italië proberen dat telkens. En dat lukt ze aardig. Telkens als er crisis is, proberen deze landen de EU, en daarmee Duitsland, Nederland en andere Noord-Europese landen, onder gescheld en gedreig geld af te troggelen.

Nederland, Zweden, Oostenrijk en Denemarken zijn klaar met dit soort dreigementen. Deze ‘verstandige vier’ willen best leningen aan getroffen landen steunen, maar alleen als daar hervormingen tegenover staan die ervoor zorgen dat ondernemers ruimte krijgen om welvaart te creëren. Maar hervormen willen Macron en de Italiaanse premier Guiseppe Conte niet. Ze willen doorgaan op de oude voet, wat ze juist in de problemen bracht.