Protesten wereldwijd: duizenden burgers op de been

18 november 2019Leestijd: 7 minuten
Een protestant in Chileense hoofdstad Santiago met de nationale vlag. Foto: ANP

In het weekeinde van 16 november gingen op diverse plaatsen in de wereld burgers de straat op uit onvrede over hun regering. Zo demonstreerden Iraniërs tegen de stijgende brandstofprijzen. Ook in Bolivia waren gewelddadige protesten. De Verenigde Naties maken zich hierover grote zorgen. Vier belangrijke opstanden belicht.

Protesten in Iran en Irak tegen de overheid

De Iraanse politie heeft volgens staatsmedia ongeveer duizend mensen gearresteerd die protesteerden tegen de verhoging van de brandstofprijzen in de islamitische republiek, afgelopen weekeinde. Demonstranten stichtten onder meer brand in bankfilialen en winkels. Hoewel door de censuur in Iran weinig betrouwbare informatie naar buiten komt, melden westerse media dat bij de protesten tot nu toe een agent en een demonstrant zijn omgekomen.

De regering heeft besloten voor ten minste 24 uur de toegang tot internet te beperken. Volgens staatspersbureau ISNA verspreiden ‘vijandige media’ nepnieuws over de demonstraties, waardoor die groter zouden lijken dan ze zijn. De brandstofprijs is verhoogd met 50 procent voor de eerste 60 liter die automobilisten tanken, voor alles daarboven is de prijs 300 procent hoger.

In Iran wordt al zeker twee jaar geregeld geprotesteerd tegen het regime van president Hassan Rohani en geestelijk leider ayatollah Ali Khamenei. De protesten hebben diverse oorzaken. Zo verkeert de Iraanse economie al tijden in zwaar weer, wat te zien is aan de koers van de nationale munt, de rial. Die keldert al maanden, onder meer door de sancties die de Verenigde Staten vorig jaar opnieuw invoerde nadat Amerika uit het atoomakkoord met Iran was gestapt.

De onvrede van de Iraanse bevolking richt zich in de eerste plaats op het streng-religieuze regime in Teheran. Eind 2017 begonnen protestacties tegen de verplichte hoofddoek voor vrouwen de westerse media te bereiken, acties die door de overheid zwaar worden bestraft. Zo kregen drie actievoerders vorig jaar 16 tot 23 jaar celstraf opgelegd omdat ze op Internationale Vrouwendag (8 maart) bloemen uitdeelden aan vrouwen zonder dat zij een hoofddoek droegen. Toch blijven vrouwen zich ertegen uitspreken, vaak in combinatie met forse kritiek op de machthebbers:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De woede van veel demonstranten richt zich ook op de buitenlandse politiek van het regime in Teheran. Dat spendeert veel geld aan de militaire aanwezigheid in Syrië, en de financiering van onder meer de Houthi-rebellen in Jemen – in de burgeroorlog tegen een coalitie onder leiding van Saudi-Arabië – en terreurgroepen als Hezbollah in Libanon en Hamas en Islamitische Jihad (IJ) in de Palestijnse gebieden.

‘We hebben geen geld en geen benzine, naar de hel met Palestina,’ scandeert een menigte in Eslamshahr, een stad bij de hoofdstad Teheran. Daarmee doelen de demonstranten op het vele geld dat de Iraanse overheid geeft aan Hamas en IJ, waarmee ook raketten op Israël worden afgeschoten, zoals vorige week nog gebeurde.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Een ander land waar Teheran zijn invloed probeert te vergroten, is buurland Irak. Sinds begin oktober demonstreren tienduizenden in de hoofdstad Bagdad en de nabijgelegen stad Karbala tegen werkloosheid, slechte voorzieningen en corruptie door de Iraakse overheid.

Ook hekelen de demonstranten de Iraanse invloed in Irak, onder meer door de Revolutionaire Garde, de Al-Quds-brigades, geleid door generaal Qasem Soleimani. Maandag meldt het pan-Arabische dagblad Asharq Al-Awsat (Arabisch voor Midden-Oosten) dat Iraakse demonstranten steun betuigen aan de protesten in Iran, en dat bij demonstraties in Karbala posters van Soleimani en van de Iraanse leider Khamenei worden verbrand. Tot dusver zijn ruim driehonderd doden gevallen, vooral demonstranten.

Chileense politie schendt mensenrechten

In Chili zijn al weken protesten tegen de regering onder leiding van Sebastian Piñera. Hij kondigde halverwege oktober een prijsverhoging van 4 procent op metrokaartjes aan. Dat bracht de groeiende frustratie over de ongelijkheid in het land aan de oppervlakte. De afgelopen maand gingen miljoenen Chilenen de straat op.

Piñera draaide zijn beslissing snel terug, maar de geest was uit de fles. Op veel plaatsen werden winkels geplunderd, werd brand gesticht en wierpen demonstranten barricades op. Daarop probeerde Piñera kleine concessies te doen door bijvoorbeeld de pensioenen te verhogen. Het had weinig resultaat, de demonstraties hielden aan.

Al een maand proberen veiligheidstroepen de Chileense revolutie met harde hand neer te slaan. Daarbij wordt veel geweld gebruikt, met tientallen doden en gewonden tot gevolg. Zo maakt de politie gebruik van rubberkogels, wat bij al meer dan tweehonderd protestanten tot oogschade leidde.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International roepen al weken dat de rechten van veel demonstranten wordt geschonden. Ook op Twitter spreken veel mensen zich uit tegen het geweld onder #chiliviolateshumansrights.

Piñera erkende maandag 18 november dat veiligheidstroepen zich de afgelopen maand schuldig hebben gemaakt aan ‘excessief gebruik van geweld’. Ook zei hij dat er straffen zullen volgen. Het is de vraag of dit ook echt gebeurt. Piñera stuurde in oktober namelijk zelf het leger de straat op.

VN: ‘Situatie in Bolivia dreigt uit de hand te lopen’

De Verenigde Naties maken zich grote zorgen over de protesten in Bolivia. Sinds de presidentsverkiezingen op 20 oktober is het onrustig. Evo Morales won deze verkiezingen en ging daarmee zijn vierde termijn als president in. Bolivianen ging hierna de straat op omdat ze vermoedden dat er fraude is het spel was.

In eerste instantie wilde Morales nieuwe verkiezingen uitschrijven. Maar daar waren de oppositie, politie en leger het niet mee eens. Meermaals drongen zij aan op het vertrek van de president. Na aanhoudende protesten besloot Morales zondag 10 november af te treden. Hij vluchtte naar Mexico waar hij politiek asiel heeft gekregen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Hierop riep oppositieleider Jeanine Áñez zich uit tot interim-president. Dit leidde tot meer protesten omdat haar benoeming onwettig zou zijn. Haar presidentschap is niet formeel bevestigd door het Senaat. Morales ziet het aantreden van Áñez als bevestiging van zijn vermoeden dat het gaat om een staatsgreep.

Op donderdag 14 november sloten de oud-president en de interim-president een deal. Er moeten zo snel mogelijk nieuwe verkiezingen komen om de onrust te sussen. Ook meldde Áñez dat Morales terugkeert naar Bolivia.

Het geweld laaide afgelopen weekeinde opnieuw op. Zaterdag vielen bij confrontaties tussen politie en aanhangers van Morales tientallen doden en gewonden. De politie zou het vuur hebben geopend op demonstranten, toen die een militaire controlepost wilden passeren bij de stad Cochabamba.

Michelle Bachelet, de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN, roept Áñez op om voorzichtig te reageren op de protesten. Ook zegt ze dat de politie en het leger zich moeten houden aan internationale afspraken.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Protesten in Praag, dertig jaar na Fluwelen Revolutie

In Praag gingen zaterdag 16 november ruim 200.000 Tsjechen de staat op om te protesteren tegen de Tsjechische premier en miljardair Andrej Babiš. Hem wordt corruptie, belangenverstrengeling en autoritair leiderschap verweten.

Lees hier meer over dit onderwerp: De wereld buiten Europa is in opstand

Zijn rol als zakenman roept veel vragen op. Hij leidt een groot zakenimperium en zou zijn zakelijke en politieke belangen door elkaar laten lopen. Hij is eigenaar van het Agrofert, een conglomeraat van landbouw- en voedselbedrijven. Hij heeft zijn belangen wel in een trustfonds gezet, maar incasseert nog steeds een deel van de winst.

Daarbij beslist Babiš mee over de verdeling van miljoenen euro’s aan Europese subsidies, waarvan ook zijn bedrijven profiteren. Bovendien is zijn vrouw prominent lid van de raad van toezicht van Agrofert. De Europese Commissie oordeelde, bleek uit een uitgelekt tussenrapport, in juni dit jaar dat Babiš 17,4 miljoen euro aan EU-subsidies moet terugbetalen vanwege belangenverstrengeling.

Dit leidde de afgelopen maanden tot protest van tienduizenden demonstranten. Opvallend aan de demonstratie van zaterdag is het moment: precies dertig jaar na het begin van de Fluwelen Revolutie. Ook toen gingen Tsjechen de straat om geweldloos te vechten voor democratie, een week na de val van de Berlijnse Muur. Het luidde het eind in van het communistische Tsjecho-Slowakije.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."