Zo verzon journalist Der Spiegel alles bij elkaar

20 december 2018Leestijd: 6 minuten
Der Spiegel - Epa

Een journalist van het Duitse tijdschrift Der Spiegel heeft jarenlang zijn eigen verhalen vervalst. Redacteur Claas Relotius heeft toegegeven dat hij in zeker 14 gevallen de boel bij elkaar loog. Hij is voor zijn werk onderscheiden met tal van prestigieuze prijzen. Ook in Nederland liepen de afgelopen jaren diverse frauderende journalisten tegen de lamp.

Dat meldt Der Spiegel zelf. Op 3 december van dit jaar nam Relotius nog voor de vierde keer de Duitse Reportersprijs in ontvangst voor beste reportage van het jaar. Omstreeks 20.00 uur beklimt hij het podium en overhandigen juryleden hem zijn prijs voor zijn verhaal over een Syrische jongen. De jury waardeerde het werk van Relotius omdat ‘hij nooit te raden laat op welke bronnen hij zich baseert’.

Prijzenregen

Naast de vier Duitse Reportersprijzen is Relotius in de loop der jaren onderscheiden met de Peter Scholl-Latour-prijs, de Konrad-, de Duden- de Kindernoodhulp-, de Coburger- en de Katholieke mediaprijs. Hij werd in 2014 door CNN uitgeroepen tot ‘Journalist van het jaar’, geëerd met de Reemtsma Liberty Award, de Europese Persprijs en stond op de Forbes ’30 onder 30′ lijst met Europese talenten in de categorie ‘media’.

Maar wat niemand op dat moment weet, is dat er overal gaten in het stuk zitten. Van alle bronnen is het bestaan onzeker. Citaten, plaatsen, scènes, veronderstelde mensen van vlees en bloed, het is allemaal nep.

Nog geen 17 uur eerder, om 3.05 uur Duitse tijd rolt een mail de inbox van Relotius binnen. Erin vraagt ene ‘Jan’ (kort voor Janet) – een vrouw die de perswoordvoering doet voor een burgerwacht die langs de Mexicaanse grens patrouilleert in de Amerikaanse staat Arizona – hoe het mogelijk is dat Relotius over deze groep twee weken eerder een bloedstollende reportage met de naam ‘Jaegers Grenze’ heeft geschreven. Hij is namelijk nooit langs geweest voor een interview. Vreemd, schrijft ze, dat een journalist verhalen schrijft zonder ter plekke feiten te verzamelen.

Co-auteur ruikt onraad

Het is de co-auteur van het stuk, Juan Moreno, die Relotius niet gelooft, terwijl die laatste de mail afdoet als ‘nonsens’. Moreno trekt aan de bel en begint met het verzamelen van feiten.

Dat gaat niet makkelijk, want aanvankelijk gelooft niemand op de redactie in Hamburg de beschuldigingen. Relotius? Een vervalser? Uitgerekend de bescheiden Claas? Welnee. Wanhopig en met zijn baan op het spel doet Moreno zijn onderzoek dus buiten werktijd en op eigen kosten.

Bedreven pareert Relotius alle aanvallen en aantijgingen aan zijn adres. Steeds weer vindt hij een manier om twijfel te zaaien, aannemelijk beschuldigingen te weerleggen of de waarheid in zijn voordeel te verdraaien.

Tot het niet meer werkt. Totdat hij niet meer kan slapen, opgejaagd en uit angst voor ontmaskering. Als zijn leidinggevende Özlem Gezer hem apart neemt en vertelt dat ze hem niet meer gelooft, breekt hij. Die donderdag gaat hij om de tafel met zijn hoofdredacteur en afdelingshoofden en maakt schoon schip.

CV

In de zeven jaar dat hij werkte als verslaggever schreef Relotius talloze internationale reportages, over uiteenlopende onderwerpen als Guantánamo Bay, de Irak-oorlog en Turkije. Zijn werk verscheen – naast Der Spiegel – in de Süddeutsche Zeitung, de Duitse Financial Times, Die Welt en de Frankfurter Allgemeine Sonntagszeitung.

En zo valt van Claas Relotius, 33 jaar oud, een van de meest prominente schrijvers van Der Spiegel, van zijn voetstuk. Hij gold als veelbekroond auteur en journalistiek idool van zijn generatie, maar verzon sprookjes wanneer hem dat uitkwam. Waarheid en leugen lopen in zijn stukken vloeiend in elkaar over. Sommigen zijn volledig op waarheid gebaseerd, een ander is aangekleed met valse citaten

Tijdens zijn bekentenis zei Relotius volgens Der Spiegel: ‘Het ging niet om de volgende grote hit. Het was de angst om te falen. En naarmate ik succesvoller werd, werd de druk om niet te falen alsmaar groter.’ ´Een dieptepunt’ in het 71-jarig bestaan, noemt het blad de val van zijn sterreporter.

Ook in Nederland fraudeurs

Waarschijnlijk het bekendste Nederlandse voorbeeld van een journalist die verhalen verzon, is Perdiep Ramesar, die werkte bij Trouw. De journalist schreef in zijn periode bij het dagblad – mei 2007 tot november 2014 – artikelen over onder meer de vermeende sharia-driehoek in de Haagse Schilderswijk, die zou worden gedomineerd door radicale imams. Naar aanleiding daarvan werden Kamervragen gesteld, en brachten politici, onder wie toenmalig vicepremier Lodewijk Asscher (PvdA) en PVV-leider Geert Wilders een bezoek aan de buurt.

In 2014 bleek dat de bronnen die Ramesar had opgevoerd niet waren te traceren: de namen waren onvindbaar op sociale media en in het namenregister van het Meertens Instituut. Daarop schakelde Trouw een onafhankelijke commissie in, die onderzoek deed naar de artikelen die Ramesar schreef. De conclusies van het rapport waren vernietigend: hij had een ‘onverklaarbaar groot aantal niet-traceerbare bronnen’ gebruikt voor zijn stukken, en daar was de cultuur op de redactie van Trouw debet aan, stelde de driekoppige onderzoekscommissie. ‘Het controlemechanisme werkte niet goed, er is onvoldoende aandacht geweest voor het primaire journalistieke proces,’ aldus hoogleraar Jeroen Smit. Hij concludeerde dat redacteuren hun zorgen hadden gedeeld met de hoofdredactie, maar ‘die zijn niet goed opgepakt’.

Lees ook dit stuk uit het weekblad: Wat ging er mis met de journalistiek?

Trouw ontsloeg Ramesar in november van dat jaar, en verwijderde 126 artikelen van zijn hand. Hij vocht zijn ontslag aan, maar kreeg geen gelijk bij de rechtbank, omdat de journalist geen redelijke verklaring kon geven voor het gebruik van bronnen die niet waren te traceren.

Stagiair schreef passages over uit andere media

Het jaar daarop kwam ook aan het licht dat de Volkskrant tientallen artikelen had gepubliceerd waarin passages stonden die waren overgeschreven van binnen- en buitenlandse media als VICE, The Guardian, NRC en het Financieele Dagblad. In een ingezonden brief aan de lezers van de krant lichtte Volkskrant-hoofdredacteur Philippe Remarque dat het ging om een stagiair, Geerlof de Mooij, die alinea’s uit andere stukken had overgenomen zonder aan bronvermelding te doen. ‘Dit is een ontoelaatbare misstap. Ik bied de lezers onze excuses aan, net als de auteurs en de media wier werk is misbruikt,’ schreef Remarque. De stagiair moest per direct vertrekken bij de krant. Zijn artikelen bleven nog twee weken online staan ter inzage, waarna de Volkskrant de geplagieerde stukken verwijderde.

In 2007 werd bekend dat de inmiddels opgeheven gratis krant De Pers artikelen had geplagieerd. Voor zijn rubriek ‘Gewetensvragen’ schreef de zogenaamde ethicus Alexander von Schmid artikelen over uit een vergelijkbare rubriek in The New York Times. Jan-Jaap Heij, de hoofdredacteur van De Pers, zei desgevraagd tegen NRC Handelsblad dat hij het geen probleem vond dat Von Schmid ‘zich laat inspireren’ door de Amerikaanse krant: ‘Dit lijkt me geen plagiaat.’ Ook auteur Von Schmid was die mening toegedaan, maar de betreffende New York Times-auteur dacht daar anders over, maar kon er wel om lachen, zei hij tegen NRC: ‘The cheating ethicist (de valsspelende ethicus): dit is echt fantastisch.’

Drie scholieren verzonnen nieuws dat door media volop werd verspreid

Een ander geval van onzorgvuldige journalistiek deed zich exact een jaar geleden voor bij de Gooi- en Eemlander, De Telegraaf, AD, NH Nieuws en Trouw. Die media publiceerden een verhaal dat door drie scholieren was verzonnen, die wilden testen hoe moeilijk het is om nepnieuws in serieuze media te verspreiden. De drie schreven een persbericht (inclusief grote taalfouten in de kop) over een 17-jarige jongen die 100.000 euro zou hebben verdiend met een investering in bitcoins.

Hoewel de scholieren zowel in het persbericht als in gesprekken met journalisten bewust allerlei tegenstrijdige en onjuiste informatie gaven en hard bewijs voor het verdiende geld ontbrak, namen (landelijke) media het verhaal van elkaar over. Uiteindelijk ontving de factcheck-website Nieuwscheckers een tip dat het verhaal niet klopte, waarna de website reconstrueerde hoe de scholieren de journalisten ‘in de val lieten trappen’. Tegenover Nieuwscheckers reageerden de journalisten in kwestie dat zij geen reden zagen om aan te nemen dat het verhaal niet klopte, omdat het verhaal ‘authentiek klonk’, de scholier met wie zij spraken betrouwbaar overkwam en het nieuws ook door andere media was gebracht.