Anarchisten van Athene hebben weinig moeite met China

12 november 2018Leestijd: 4 minuten

China wil het machtigste land van de wereld worden. Daarbij rammelt het land ook aan de poorten van Europa. Correspondent Hans Moleman schrijft dit najaar voor Elsevier Weekblad over de Chinese impact op de Grieken. In aanloop naar dit stuk, blogt hij over zijn ervaringen in Griekenland.

China maakt er geen geheim van: het wil het machtigste land van de wereld worden. Dat het daarbij veel strategische invloed verwerft in Afrika is bekend. Maar Peking rammelt ook aan de poorten van Europa. Piraeus, de haven van Athene, is een Chinese haven geworden. Correspondent Hans Moleman schrijft dit najaar voor Elsevier Weekblad over de Chinese impact op de Grieken. De verhalen kwamen tot stand met steun van het Nederlands Instituut Athene en een bijdrage uit de Regeling Onderzoeks-journalistiek van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.

Woensdagochtend half tien, Universiteit van Athene, faculteit filosofie, tijd voor een bijzonder college. In zaal 313 zal de harde kern van anarchistisch/autonoom/ splintercommunistisch Griekenland les geven in hoe het verder moet met het land. Daartoe werd de collegezaal enkele weken geleden gekraakt.

Dat is tegen de zin van de universiteit. Je hebt in Griekenland op de campus alle gelegenheid om je voorkeuren uit te dragen: in elk faculteitsgebouw heeft elke politieke beweging – van de jongerenclub van de grote conservatieve partij Nea Demokratia via de linkse regeringspartij Syriza tot diverse extreem-linkse splinters – recht op een eigen tafel met posters en pamfletten. De radicale vleugel is verder druk met graffiti en spandoeken. Op het Griekse universitair beton worden naar hartelust ouderwetse hamers en sikkels en anarchistische tags gespoten.

Stil protest in plaats van politie inzet

De bestuurders zijn behoedzaam, want met dit radicale volkje moet je opletten. De collegekrakers kunnen gewelddadig zijn. De politie inzetten op de campus is sowieso het laatste waaraan je als Grieks universitair manager wilt denken. Dat leidde vroeger tot doden en opstand.

Anno 2018 is er daarom stil protest. Docenten vormden vorige maand voor de deur van Athene’s School of Philisophy een vreedzame keten tegen de krakers. De harde kern deed alsof ze er niet stonden.

Maar deze ochtend zijn voor het eerst alle deuren dicht. Enkele tientallen studenten staan te drentelen op de brede trappen en terrassen, smartphones worden geraadpleegd. Wat is er aan de hand? Waarom is hun faculteit, die kale betonkolos tussen de naaldbomen aan de rand van Athene waar de jonge denkers en taalvorsers van Griekenland worden gevormd, gesloten?

Er wordt ook zachtjes gescholden. Wat moeten die anarchisten toch met hun acties bij ons, zucht een studente Engelse literatuur. ‘Vreselijke aandachttrekkers zijn het.’

Deuren sluiten blijkt niet te werken

De dichte deuren blijken een actie van de universiteitsleiding. Het Systeem heeft teruggeslagen, na weken van vacuüm.

Maar na een uurtje hebben de actievoerders een verre zijdeur van de SoPh open weten te krijgen. Binnen is niemand. Het wekelijkse autonome college gaat deze keer niet door, meldt een woordvoerder, maar vanmiddag is er muziek in de SoPh.

Mag Elsevier Weekblad erbij zijn?

Verraste blikken. Wat voor blad is dat? Liberaal-conservatief, opper ik. Uit Amsterdam. En Elsevier Weekblad wil graag weten hoe het volgens de autonomen in Athene verder moet.

Gefronste wenkbrauwen. Overleg in de harde kern. Nou vooruit, Elsevier Weekblad uit Ollandia is welkom. Maar geen foto’s.

Actieconcert met democratische drankprijzen

Om twee uur begint het actieconcert. In de betonnen bak die een atrium vormt tussen de collegezalen, zijn twee mannen met gitaren gaan zitten. De harde kern heeft op een tafeltje netjes de drank voor de muziekmiddag uitgestald. Water, bier en wijn. Redelijk democratisch geprijsd: water 50 cent, bier 1 euro 50, rode wijn 2 euro.

‘Ik heb ook raki,’ meldt de anarchist achter de bar. Hij wijst naar een stevige plastic meerliterfles-zonder-etiket met een kleurloze vloeistof die op de grond staat. ‘En straks komt er ook wat eten.’

De muziek mag er zijn. Geen teringherrie, maar subtiele rebetikaklanken: volksdeuntjes waarop je bijna de sirtaki kunt dansen. Rebetika is de traditionele muziek van Grieken die in de hoek zitten waar de klappen vallen – zeg maar de blues van Athene.

Griekse autonoom draagt zwart en gaat naar de sportschool

Het loopt niet storm in het atrium, hoewel het evenement via sociale media duidelijk is uitgevent. Tegen een uur of vier zitten er enkele tientallen jongens en meisjes in groepjes bij elkaar op de kale trappen, een schraal blikje Amstel of Mythos erbij. Slechts een enkeling is aan de raki.

Hoe ziet een beetje Griekse autonoom eruit? Veel zwarte kleren, meer jongens dan meisjes. Kort haar, hier en daar een baardje en een knotje. Aardig wat sportschoolschouders. En ook doorrookte anarchisten zitten aan de e-sigaretten tegenwoordig.

Tegen Amerikanen en Duitsers … en China dan?

Jullie zijn tegen de Amerikanen en de Duitsers, zeg ik tegen Dimitris, een middentwintiger die even bij me is komen zitten. Maar wat vind je van China, de nieuwe geopolitieke speler die de haven van Athene heeft gekocht en nu begerig naar Griekse energiebedrijven kijkt?

Zo erg als de Amerikanen en de Duitsers zullen de Chinezen toch niet zijn, is Dimitris’ aarzelende taxatie.

Hij heeft me net verteld dat hij niet meer studeert en drie maanden werkte als verkoper in onroerend goed, voordat hij deze bedrijfstak ‘helemaal triest’ de rug toekeerde.

Wat denkt hij dat er gebeurt als je in Peking een collegezaal bezet om de zittende politiek een lesje te lezen? Vermoeide blik. ‘Tsja, dan zal het Systeem daar er ook wel niet happy mee zijn.’