Sargentini wil Orbán straffen. Maar eenvoudig is dat niet

12 april 2018Leestijd: 3 minuten
Europarlementariër Judith Sargentini (GroenLinks) in het Europees Parlement in Straatsburg - Foto: ANP

Hongarije-rapporteur Judith Sargentini roept de Europese Raad op tot verregaande maatregelen tegen de regering van de Hongaarse premier Viktor Orbán (54). In Hongarije is sprake van een ‘systematische bedreiging van de democratie, de rechtsstaat en fundamentele vrijheden’, concludeert Sargintini (GroenLinks) na een klein jaar onderzoek naar de stand in het Oost-Europese land.

Op basis van de conclusies in haar rapport, roept Europarlementariër Sargentini de Europese regeringsleiders op om Artikel 7 uit het Verdrag van Lissabon in te roepen. Dat is een strafprocedure waarmee Hongarije zijn stemrecht in de Europese Unie (EU) uiteindelijk kan verliezen.

Orbáns politieke partij Fidesz was afgelopen weekeinde de grote winnaar van de parlementsverkiezingen, waardoor een vierde termijn voor hem als premier zeker is gesteld.

Sargentini bezocht Boedapest, en sprak met experts

De regering van Orbán lag vorig jaar mei al onder vuur in het Europees Parlement. Toen gaf een meerderheid van de EU-parlementariërs de opdracht om officieel vast te stellen dat Hongarije Europese waarden schendt.

Lees ook het portret van Viktor Orbán: Beschermengel van het christendom

Voor haar onderzoek bezocht Sargentini Boedapest en sprak ze met een aantal experts. In het rapport worden verschillende zorgen geuit. Zo zet ze vraagtekens bij de onafhankelijke rechtsspraak in Hongarije, maar worden ook corruptie, belangenverstrengeling, privacy, de rechten van minderheden en de vrijheid van meningsuiting en de pers aan de kaak gesteld. Ook het strenge immigratiebeleid van Orbán stuit op bezwaar van Sargentini.

Op basis van de bevindingen concludeert zij dat de Hongaarse rechtsstaat zodanig is uitgehold, dat het land moet worden gestraft.

Obstakels bij inroepen van Artikel 7-procedures

Maar Artikel 7 inroepen gaat niet zomaar. Europarlementariërs hebben tot 15 mei om veranderingen in het rapport aan te brengen, waarna eind juni een stemming volgt in de commissie Burgerlijke Vrijheden. In september stemt dan het voltallige Parlement erover. Voor een Artikel 7-procedure is tweederde van de stemmen nodig. Daarna zijn de lidstaten aan zet. Die moeten unaniem instemmen met het inroepen van Artikel 7.

Soortgelijke problemen spelen bij Polen: vicevoorzitter van de Europese Commissie Frans Timmermans (PvdA) kondigde onlangs aan een Artikel 7-procedure tegen het land in te roepen, vanwege de controversiële gerechtelijke hervormingen in het land.

Maar Hongarije houdt Polen hierbij de hand boven het hoofd. Aangezien unanimiteit van lidstaten een vereiste is voor een Artikel 7-procedure, kan het Hongaarse parlement de missie van Timmermans torpederen. Hongarije gaf dan ook aan een veto uit te spreken tegen een dergelijke procedure tegen Polen, en naar verwachting zal Polen hetzelfde doen bij een stemming over Hongarije.

Eerder presenteerden Polen en Hongarije met de andere zogeheten Visegrad-landen Tsjechië en Slowakije een gezamenlijke verklaring waarin ze Brussel opriepen zich vooral niet al te veel met hun interne aangelegenheden te bemoeien.

Dat gaat niet alleen over de gerechtelijke hervormingen in Polen, maar ook over de vanuit Brussel opgelegde plicht om migranten op te nemen. EU-instituties moeten alle lidstaten als gelijke behandelen en slechts handelen binnen de grenzen van hun competentie. Het recht van lidstaten om nationale hervormingen door te voeren, moet worden gerespecteerd,’ aldus de verklaring van de Visegrad-landen.