EU dringt aan op hervatten vredesproces Syrië

26 april 2018Leestijd: 2 minuten
Een pro-Assad-demonstratie in de Syrische hoofdstad Damascus - Foto: AFP

Federica Mogherini, de buitenlandchef van de Europese Unie, roept Rusland en Iran op om druk uit te oefenen op de Syrische president Bashar al-Assad om hem te bewegen naar de onderhandelingstafel bij de Verenigde Naties in Genève.

Tijdens de internationale conferentie Supporting the future of Syria and the region, afgelopen dinsdag en woensdag in Brussel, probeerden de Europese Unie (EU) en de Verenigde Naties (VN) om de Syrische vredesonderhandelingen nieuw leven in te blazen, in Genève.

Lees de column van Geerten Waling: Syrië kan worden wat de Balkan was in 1914

De EU en VN stonden buitenspel tijdens de vredesbesprekingen in Astana, Kazachstan (januari 2017), waar sleutelspelers Rusland, Iran en Turkije wel aanwezig waren. Assad lijkt weinig interesse te hebben in betrokkenheid van de EU en VN: zijn regime, dat wordt gesteund door bondgenoten Rusland en Iran, is aan de winnende hand.

Mogherini: situatie in Syrië verslechtert   

Tegelijkertijd verslechtert de situatie in Syrië, aldus de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid  Federica Mogherini. Acht jaar na het uitbreken van de Syrische burgeroorlog zijn er honderdduizenden doden te betreuren en hebben meer dan 13 miljoen Syriërs dringend hulp nodig. Daarnaast zijn 5,6 miljoen Syriërs ontheemd en verblijven buiten hun land.

Meer dan tweehonderd non-gouvernementele organisaties (ngo’s) reisden af naar de conferentie in Brussel om zo veel mogelijk donaties te verwerven. Het gebrek aan onderwijs, gezondheidszorg en werkgelegenheid zijn de meest urgente kwesties in Syrië en de omringende buurlanden.

Minder geld opgehaald dan gehoopt

Maar de conferentie leverde minder geld op dan gehoopt. Voor het jaar 2018 is 3,6 miljard euro toegezegd. De organisatoren verwachtten in totaal 7,3 miljard euro. Tijdens een soortgelijke conferentie afgelopen jaar in Brussel werd meer geld opgehaald. Duitsland is de grootste donor, daarna volgen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk.

Nederland maakt 120 miljoen euro vrij voor humanitaire hulp aan Syrische burgers. Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Sigrid Kaag benadrukte dat het van groot belang is dat de verantwoordelijken voor oorlogsmisdaden worden gestraft.

Hoop op diplomatieke doorbraak Syrië is miniem

De EU gelooft in een politieke oplossing, namelijk een democratische transitie waarbij Assad het veld moet ruimen. Mogherini wil dat toekomstig ‘Syrië toebehoort aan alle Syriërs en waartoe alle Syriërs kunnen behoren’.

Maar momenteel wordt de Syrische burgeroorlog gekaapt door landen met uiteenlopende geopolitieke belangen. Buitenlandse partijen bevechten elkaar en bemoeilijken daarmee de weg naar vrede.

De hoop op een diplomatieke doorbraak is daarom miniem. De rol van de EU in het Syrische conflict is verwaarloosbaar: het is geen militaire speler en strategisch afwezig in de regio. De Verenigde Staten, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk oefenen als westerse landen wel enige invloed uit. Die landen hebben onlangs ‘precisieaanvallen’ uitgevoerd op drie doelen in Syrië, als vergelding voor de vermeende gifgasaanval op de stad Douma door het regime van Assad.

Intussen zucht de Syrische bevolking onder het bloedvergieten.