Franse scholieren: ‘Charlie Hebdo had er wel een beetje om gevraagd’

05 april 2018Leestijd: 3 minuten
Muurschildering met de slachtoffers van de aanslag op Charlie Hebdo.; Foto:AFP

‘De aanslag op Charlie Hebdo, daar hebben ze het zelf wel een beetje naar gemaakt.’ Uit een onderzoek onder Franse scholieren blijkt dat een groot deel de aanslag op de redactie van het satirisch weekblad Charlie Hebdo, begin januari 2015, niet wil veroordelen. Tachtig procent vindt dat je niet de spot mag drijven met religies.

Een onderzoek onder Franse scholieren over de vrijheid van meningsuiting en godsdienst toont schrikbarende resultaten. Sociologen Olivier Galland en Anne Muxel verrichtten een steekproef onder zevenduizend middelbare scholieren tussen de veertien en zestien jaar in heel Frankrijk. Een kwart van hen vindt dat satirisch weekblad Charlie Hebdo de aanslag heeft ‘uitgelokt’.

De radicale verleiding

De steekproef gebeurde in gebieden waar in de afgelopen jaren tekenen van radicalisering zichtbaar werden. De uitkomsten die de sociologen beschrijven in het boek La tentation radicale – vrij vertaald: de radicale verleiding – zijn opmerkelijk.

Voor het eerst is in Frankrijk uitgebreid onderzoek verricht naar de reactie van Franse jongeren op de aanslagen van 2015. Parijs werd dat jaar tweemaal hard getroffen.

Op 7 januari werd de redactie van Charlie Hebdo aangevallen door  twee Frans-Algerijnse broers, waarbij twaalf mensen werden vermoord. Later dat jaar, op 13 november, pleegde een groep terroristen aanslagen in Parijs, onder meer in de concertzaal Bataclan. Daarbij vielen meer dan honderd doden.

20 procent van moslimjongeren wil strijden voor religie

Onderzocht is hoe middelbare scholieren aankijken tegen religieus geweld en radicalisering. Van de scholieren die zijn ondervraagd, zei 26 procent moslim te zijn.

De vatbaarheid voor radicalisering is groot onder jongeren, blijkt uit het onderzoek. Van de moslimjongeren die zijn ondervraagd, zei 20 procent bereid zijn om een wapen ter hand te nemen om hun religie te verdedigen.

Het onderzoek schetst een beeld van scholieren die zich afkeren van de media en hun toevlucht zoeken tot complottheorieën. De onderzoekers bespreken in hun boek niet alleen islamitische radicalisering, maar verbreden het tot denken in complottheorieën en politieke radicalisering: een affiniteit met extreem-links of extreem-rechts.

Charlie Hebdo heeft de aanslag over zichzelf afgeroepen’

Uit een aantal citaten blijkt dat de meningen over de twee aanslagen in 2015 uiteenlopen. De aanslag in Bataclan wordt veelal veroordeeld. Maar een kwart van de leerlingen vindt dat de redactie van Charlie Hebdo ‘het er zelf een beetje naar heeft gemaakt’ of de aanslag ‘over zich heeft afgeroepen’. Charlie Hebdo publiceerde spotprenten waarin de profeet Mohammed werd afgebeeld.

Een aantal ondervraagde leerlingen veroordeelt de cartoons van Mohammed, die volgens hen getuigen van ‘een gebrek aan respect tegen de gelovigen en hun identiteit’. Op de vraag of het is toegestaan om religies belachelijk te maken, wordt geantwoord: ‘Dat hoor je niet te doen’  en ‘Religies moet je respecteren’. En, ‘iemands religie belachelijk maken, is eigenlijk alsof je iemand uitlacht om zijn uiterlijk’.

De onderzoekers Galland en Muxel willen met hun onderzoek het maatschappelijk debat over radicalisering nieuw leven inblazen, zeggen zij in een interview met de Franse krant Le Monde.

‘Grappen over religie zijn persoonlijke aanval’

Galland tegen Le Monde: ‘Het is niet alleen een kwantitatief onderzoek, er is ook gekeken naar inhoudelijke antwoorden. Voor veel jongeren die hun geloof radicaal belijden, is dat geloof “heilig”. Hun geloofsovertuiging is erg geïndividualiseerd. Ze vatten grappen over die religie op als een persoonlijke aanval.’

Muxel voegt daaraan toe: ‘Het toverwoord van deze jongeren is “respect”. Respect wordt heilig verklaard en dat eindigt in het beknotten van de vrije meningsuiting.

‘De religieuze radicalisering onder een belangrijke minderheid van de moslimjongeren is zorgwekkend,’ vervolgt Muxel. Ze benadrukt overigens dat tweederde van de moslimjongeren geen neiging heeft tot radicaliseren.