Turkije klaagt: NAVO laat ons in de kou staan

05 maart 2018Leestijd: 2 minuten
Erdogan bij de NAVO in Brussel. Foto:AFP

Turkije klaagt dat het te weinig steun van de NAVO krijgt voor de strijd die het land voert tegen de Koerden in Noord-Syrië. Volgens de Turkse NAVO-vertegenwoordiger Tacan Ildem levert zijn land ‘waardevolle bijdragen’ aan het militaire bondgenootschap.

‘Turkije, dat al sinds 1952 een belangrijk lid is van de NAVO-samenwerking, levert waardevolle bijdragen aan het bondgenootschap op een cruciale locatie,’ tekent het Turkse staatspersbureau Anadolu op uit de mond van Ildem, die een grote voorstander is van Turkse toetreding tot de Europese Unie. Hij wijst op de militaire operaties in Afghanistan en Kosovo, waarbij Turkije aan de zijde van westerse landen vocht, en de strijd tegen Islamitische Staat (IS).

‘Turkije lijdt onder terrorisme’

‘Momenteel is Turkije het enige NAVO-land dat lijdt onder terrorisme,’ meent Ildem, en daarvoor verdient zijn land in zijn ogen volledige steun van het militaire bondgenootschap. Hij doelt onder meer op de Koerdische Volkseenheden YPG – die een belangrijke rol speelden in de strijd tegen IS – die door Turkije worden gezien als verlengstuk van terreurgroep PKK.

Aan de Turkse zuidgrens voert het leger van president Recep Tayyip Erdogan een gewelddadige strijd tegen de YPG in het Noord-Syrische Afrin onder de naam Operatie Olijftak. Volgens de regering in de hoofdstad Ankara ‘neutraliseerde’ het Turkse leger sinds januari al bijna 2.800 ‘terroristen’, maar volgens diverse bronnen worden er juist veel burgers gedood bij de operatie. Onlangs beschoot het Turkse leger naar eigen zeggen een groep Koerdische YPG-strijders, terwijl de YPG sprak van een aanval op een hulpkonvooi met burgers, die voedsel en medicijnen vervoerde.

‘NAVO laat Turkije in de kou staan’

Het staatspersbureau Anadolu voert ook een ‘veiligheidsspecialist’, Murat Aslan, op: de westerse NAVO-bondgenoten zouden Turkije meer moeten steunen, vindt hij. ‘De NAVO heeft Turkije in de kou laten staan in ons gevecht tegen terroristische organisaties als de PKK en de FETO.’ Met laatstgenoemde groep doelt hij op aanhangers van de geestelijke Fethullah Gülen, aartsrivaal van Erdogan. Gülen leeft sinds 1999 in ballingschap in de Verenigde Staten en wordt door Turkije verdacht van de couppoging tegen Erdogan in de zomer van 2016. Aanhangers van Gülen worden ook in Nederland geregeld bedreigd door Erdogan-sympathisanten.