Orbán eist half miljard euro terug van EU voor grensbewaking

23 februari 2018Leestijd: 2 minuten
Orbán in gesprek met de Duitse bondskanselier Angela Merkel - Foto: AFP

De Hongaarse premier Viktor Orbán wil geld zien van de Europese Unie. Tijdens de migratiecrisis gaf de Hongaarse regering ruim 1 miljard euro uit aan grensbescherming. Orbán wil dat de EU ten minste de helft daarvan terugbetaalt.

De migratiestroom die via de Balkan-route naar de rest van de EU liep, droogde immers mede op dankzij het sluiten van de Hongaarse grenzen, betoogt de Hongaarse premier.

‘We hebben meer dan 1 miljard euro aan grensbewaking uitgegeven. We beschermen daarmee niet alleen onszelf, maar ook Europa. We moeten ten minste de helft van dit bedrag terugkrijgen,’ zei Orbán vrijdag in een videoboodschap op Facebook, aan de vooravond van een top met Europese regeringsleiders in Brussel.

Hongarije wil ook ‘rode kaart’ voor Brusselse bemoeienis

Orbán pleit tevens voor het instellen van een ‘rode kaart’-procedure voor Brussel, om de soevereiniteit van lidstaten te bewaken. Daarmee zouden nationale parlementen debatten in Brussel moeten kunnen stoppen, als ze van mening zijn dat het nationale belang ermee geschonden wordt.

Daarmee verwijst hij indirect naar het aanhoudende conflict tussen de Europese Commissie en lidstaten als Hongarije, Polen, Slowakije en Tsjechië over migratie. Polen ligt daarbij ook nog in de clinch met de EU vanwege controversiële gerechtelijke hervormingen die het land doorvoert. Zo krijgt het parlement de macht om rechters te benoemen. De hervormingen tasten de rechtsstaat en de trias politica (scheiding der machten) aan, klinkt de kritiek van onder anderen vicevoorzitter van de Europese Commissie Frans Timmermans. Hij wil Artikel 7 van het Verdrag van Lissabon inroepen tegen Polen, waarmee het land uiteindelijk zijn stemrecht in de Europese Unie (EU) kan verliezen. Het Hongaarse parlement sprak eerder deze week in deze kwestie zijn steun uit aan Polen .

Visegrad-landen spraken zich uit tegen EU

Eerder kwamen Polen en Hongarije en de andere zogeheten Visegrad-landen Tsjechië en Slowakije met een gezamenlijke verklaring waarin ze Brussel opriepen zich vooral niet al te veel met hun interne aangelegenheden te bemoeien.

Dat gaat niet alleen over de gerechtelijke hervormingen in Polen, maar ook over de vanuit Brussel opgelegde plicht om migranten op te nemen. EU-instituties moeten alle lidstaten als gelijke behandelen en slechts handelen binnen de grenzen van hun competentie. Het recht van lidstaten om nationale hervormingen door te voeren, moet worden gerespecteerd,’ aldus de verklaring van de Visegrad-groep.

Met betrekking tot het thema migratie vinden de vier landen dat de focus vooral moet liggen op ‘effectieve, verantwoordelijke en hanteerbare externe grensbescherming, om het instellen van verplichte quota te voorkomen’. Die quota, waarmee de landen naar het herverdelingsplan verwijzen, zijn volgens de Visegrad-groep ‘ineffectief en hebben Europa al te ver verdeeld’.

Daarnaast vinden de leiders van Hongarije, Polen, Slowakije en Tsjechië dat ze binnen de Unie niet (financieel) moeten worden gestraft omdat ze er ‘andere meningen’ op nahouden dan westerse lidstaten.