Mensenrechtenraad moet dimmen, vindt Kaag

26 februari 2018Leestijd: 2 minuten
Minister Kaag (links), haar voorganger Halbe Zijlstra (midden) en Secretaris-Generaal Guterres bij de VN-Veiligheidsraad. Foto: ANP.

De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (VN) hoeft niet overal iets van te vinden, zegt minister van Buitenlandse Zaken Sigrid Kaag (D66). Echte problemen worden volgens haar te weinig aangepakt.

De raad ‘neemt te veel resoluties aan over te veel onderwerpen, waardoor hij moeite heeft de belangrijkste aan te pakken,’ zei Kaag maandag. Ze was in de Zwitserse stad Genève om steun te zoeken voor een Nederlandse zetel in de raad. Nederland wil in de periode 2020-2022 zitting nemen in de Mensrechtenraad, die 47 leden telt.

Dubieuze landen zijn lid van de raad

Er is veel kritiek op de Mensenrechtenraad, omdat er tal van landen zitting in hebben met een dubieuze staat van dienst wat betreft rechten en vrijheden voor hun inwoners. Zo hebben Saoedi-Arabië, Pakistan, Afghanistan en Venezuela een zetel in de raad. De raad moet in de gaten houden of de mensenrechten in de 193 lidstaten worden gerespecteerd.

Terecht dat Amerika kritisch is over Mensenrechtenraad VN, schreef Robbert de Witt vorig jaar

Bovendien neemt de raad, waarin veel overwegend islamitische landen zitten, buitensporig vaak stelling tegen Israël. De non-gouvernementele organisatie UN Watch, die naar eigen zeggen toezicht houdt op de Verenigde Naties (VN), nam resoluties onder de loep van de Algemene Vergadering van de VN die mede tot stand kwamen op grond van advies van de Mensenrechtenraad. Van de 28 resoluties waarin lidstaten worden veroordeeld om mensenrechtenschendingen, ging het in 21 gevallen om een veroordeling van Israël. Meestal gingen die resoluties over het Israëlische nederzettingenbeleid.

‘Anti-Israël-stemming moet ophouden’

Vorig jaar zei de Amerikaanse VN-ambassadeur Nikki Haley dat de anti-Israël-stemming in de Verenigde Naties moet ophouden. Ook laakte ze de willekeurige wijze waarop de VN-raad wordt samengesteld: die zorgt dat notoire mensenrechtenschenders kritiek kunnen leveren op andere landen. ‘Het is een voorrecht om lid van deze raad te zijn en geen enkel land dat mensenrechten schendt, zou een plaats aan deze tafel moeten hebben.’

Haley liet in juni weten dat Amerika ‘zorgvuldig kijkt naar zijn lidmaatschap’ van de Mensenrechtenraad. Een duidelijk waarschuwing dat de Verenigde Staten overwegen uit de raad te stappen als er niets verandert.