Parlement bezorgd: ‘Orbán geeft EU-subsidies aan vrienden’

12 februari 2018Leestijd: 2 minuten
De Hongaarse premier Viktor Orbán. Foto: EPA

Leden van het Europees Parlement zijn bezorgd over de Hongaarse premier Viktor Orbán, die subsidies van de Europese Unie (EU) naar zijn vrienden en familie zou doorsluizen. Ze roepen de EU op iets te doen tegen de ‘semi-legale’ praktijken.

De Europese Unie moet kritisch kijken naar de besteding van Europese beurzen in Hongarije, zeggen europarlementsleden. Volgens de site van de Britse krant The Guardian zijn ze bezorgd dat steeds meer geld, onder meer voor door de EU gefinancierde vastgoedcontracten, zonder concurrentie belandt bij ‘vrienden, familie en supporters’ van premier Orbán.

EU moet Polen en Hongarije onder druk zetten, vindt columnist Arend Jan Boekestijn

Het Duitse EU-parlementslid Ingeborg Grässle, voorzitter van de budgettaire controlecommissie van het Europees Parlement, onderzocht de offertes voor overheidsprojecten en zegt dat er voor 36 procent slechts één bieder was. Volgens haar ging het meestal om mensen uit de vriendenkring van Orbán.

Een bekend voorbeeld van een met EU-subsidie gefinancierd project is de aanleg van een spoorlijn van Orbáns geboortedorp naar een voetbalstadion, ruim 5 kilometer verderop. In dat stadion, gebouwd door een goede vriend van Orbán, is de premier geregeld toeschouwer. Daarvoor zou overigens geen Europees, maar Hongaars belastinggeld zijn gebruikt.

‘Semi-legale praktijken’ komen in meer landen voor

Ook in andere Oost-Europese landen speelt het probleem, zegt EU-parlementariër Grässle. In Polen en Kroatië zou zelfs 45 procent van de offertes zonder concurrentie bij één aannemer belanden. ‘Het lijkt erop dat de regels worden gerespecteerd, maar tegelijkertijd wordt concurrentie ontweken,’ zegt Grässle. Ze noemt de gang van zaken ‘semi-legaal’, en roept de EU op een recent aangenomen wet tegen belangenverstrengeling strenger toe te passen.

Volgens The Guardian wordt het leeuwendeel van de publiek gefinancierde gebouwen in Hongarije betaald met geld uit EU-beurzen, bedoeld om armere regio’s en landen te steunen. Desondanks zei Orbán in december nog dat het land best zonder EU-geld kan. ‘Hongarije heeft niets te vrezen, want het is niet afhankelijk van geld van buitenstaanders.’

Moeizame verhouding tussen Hongarije en de EU

De relatie tussen Orbán en de EU is de laatste tijd verre van goed. Zo bezocht GroenLinks-europarlementariër Judith Sargentini vorige maand onaangekondigd het land. Daar wilde ze onderzoeken of het land de rechtsstaat wel in ere houdt en of de mensenrechten en academische vrijheid er wel zijn gewaarborgd. De Hongaarse regering reageerde woedend en betichtte haar van partijdigheid. ‘Sargentini voert oppositie tegen Orbán,’ zei een lid van regeringspartij Fidesz, waarvan de Hongaarse premier lid is.

Onder meer vanwege zijn strenge immigratiebeleid kan Orbán geregeld op kritiek van de EU rekenen. Hij is niet te spreken over het herverdelingsplan voor vluchtelingen, en sloot in 2016 de grens met een hek, waarna de migratiestroom via de beruchte Balkanroute grotendeels opdroogde. Vorige maand zei hij nog dat het volk ‘niet zit te wachten op islamitische indringers‘.