Turkse minister Cavusoglu spreekt Turken toe in Hamburg

07 maart 2017Leestijd: 3 minuten
De Turkse minister Cavusoglu spreekt het publiek toe vanaf het balkon van het Turkse consulaat in Hamburg - Foto: AFP

De Turkse regering is niet van plan gas terug te nemen in de campagne voor een ja-stem bij het referendum op 16 april. De Turkse minister van Buitenlandse Zaken Mevlut Cavusoglu reisde dinsdag – ondanks verzet van de Duitse regering – af naar Hamburg om Turken te proberen over te halen ‘ja’ te stemmen in het referendum over een grondwetswijziging in zijn land.

Daarbij snauwde hij zowel Europa als Duitsland keihard af. Cavusoglu verweet Duitsland ‘systematische propaganda’ tegen Turkse bijeenkomsten te verspreiden. ‘Houdt u alstublieft op met ons lessen in mensenrechten en democratie te geven,’ sprak hij vanaf het balkon van het Turkse consulaat. In de tuin van het consulaat waren ongeveer tweehonderd Turken bijeengekomen om naar hem te luisteren en toe te juichen. In de buurt van het consulaat demonstreerde een zelfde aantal tegen hem. Het referendum gaat over een grondwetswijziging die de president veel meer macht geeft. De huidige president Recep Tayyip Erdogan zou daardoor, als de bevolking instemt, in principe tot 2029 kunnen blijven zitten.

Maar tegen de komst van Cavusoglu en die van andere Turkse ministers zijn in Duitsland grote bezwaren. Toestaan dat een buitenlandse regering in Duitsland  campagne komt voeren om in het eigen land een dictatuur te kunnen vestigen? Dat stuit velen tegen de borst.

Harde woorden van Cavusoglu en Erdogan

Cavusoglu zou aanvankelijk spreken in het Plaza Event Center, een grote zaal in het zuiden van de havenstad, maar die werd maandag door de brandweer vanwege een defect brandalarm gesloten. Opzet, vermoeden de Turkse leiders: ons wordt het spreken onmogelijk gemaakt. De minister wijkt nu uit naar het huis van de Turkse consul in Hamburg. ‘Niemand kan mij tegenhouden!’ zei Cavusoglu al eerder op de dag. ‘Ik zal mijn burgers toespreken.’

Volgens de Turkse minister werden hotels en bruiloftszalen gedwongen hun contract voor een referendumbijeenkomst te verbreken. Bovendien echode hij een eerdere uitspraak van Erdogan: de Duitsers zouden zich met het spreekverbod gedragen zoals in het nazi-tijdperk.

Maandag haalde zowel Cavusoglu als Erdogan ook uit naar premier Mark Rutte en zijn kabinet, die eveneens aangaven niks te zien in een Turkse campagne op Nederlandse bodem. ‘Nederland laat zich gijzelen door Geert Wilders,’ zei Cavusoglu, die tevens beweerde dat de Nederlandse regering hem zou hebben gevraagd pas na de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart te komen, om te voorkomen dat de PVV met een Turkse campagne in de kaart wordt gespeeld.

Minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders reageerde uitermate geïrriteerd op de beweringen. Hij sprak van ‘verbale agressie’ en ‘pertinent onware’ uitspraken. ‘Ik zou de Turkse regering willen vragen dit soort onwaarheden niet te verkondigden. Het gaat over hun referendum, niet over onze verkiezingen,’ aldus Koenders.

Wat houdt de grondwetswijziging in?

Het referendum is heel belangrijk voor Erdogan: een ‘ja’-stem maakt een grondwetswijziging mogelijk die zijn macht opnieuw flink vergroot. Door de hervorming, die tot 2019 stapsgewijs zou worden ingevoerd, kan Erdogan per decreet gaan regeren, krijgt hij meer invloed op de rechterlijke macht en wordt de functie van premier afgeschaft.

Het aantal termijnen voor de president blijft twee, maar de telling zou in 2019 opnieuw beginnen. Dat betekent dat Erdogan tot 2029 president kan blijven.

Volgens Erdogan brengt dit presidentiële stelsel ‘stabiliteit’ en is het nodig om de ‘groeiende uitdagingen op het gebied van de economie en veiligheid’ te tackelen. Critici vrezen dat Erdogan zijn autoritaire macht zal gebruiken om politieke opponenten, activisten, academici en journalisten nog harder aan te pakken dan nu al gebeurt.

In het Turkse parlementaire stelsel is voor een grondwetswijziging een meerderheid nodig van 367 van de 550 parlementsleden. Het voorstel kreeg 339 stemmen voor en 142 tegen.

Wetsvoorstellen die de steun krijgen van tussen de 330 en 367 afgevaardigden kunnen per referendum aan het volk worden voorgelegd. Het referendum wordt gehouden op zondag 16 april.