Waar komt die verzoenende toon van Erdogan opeens vandaan?

08 januari 2017Leestijd: 3 minuten
Erdogan opent een metrolijn in Ankara - bron: AFP

Tussen twee aanslagen in deed de Turkse president Recep Tayyip Erdogan deze week een opvallende uitspraak. ‘Niemand heeft zich te bemoeien met hoe iemand leeft. Laten we elkaars levensstijlen met rust laten,’ sprak hij. Een opmerkelijk verzoenende toon na al het verbale geweld dat normaal gesproken uit zijn mond komt.

De Turkse leider staat aan het hoofd van de islamistische AK-partij. Als premier (van 2003 tot 2014) en thans president van de seculiere Republiek Turkije heeft hij steevast een moreel-conservatieve agenda gehad.

Erdogans moreel-conservatieve revolutie

De islam moet wat hem doordringen in de haarvaten van de samenleving. Meisjes en vrouwen mogen hoofddoekjes dragen op de universiteit. En hij bond bijvoorbeeld de strijd aan tegen alcohol en zelfs roken. Berucht is de torenhoge boete die een café kreeg opgelegd, omdat Erdogan – die op dat moment het establishment toevallig passeerde – een bezoeker zag roken (hoewel zijn grootste ergernis waarschijnlijk was dat de man hem niet de groette). Erdogan deinst er niet voor terug om flink te polariseren – als hem dat goed uitkomt. Na de mislukte staatsgreep werd zijn toon scherper en zijn acties tegen tegenstanders ingrijpender.

Maar deze week sloeg de autocraat een onverwacht gematigde toon aan. In zijn imposante paleis zei hij dat niemand mag worden gedwongen op een bepaalde manier te leven, schreef Hurriyet. Het zou bijvoorbeeld verkeerd zijn om iemand die niet bidt dat wel te laten doen. ‘Het is hetzelfde met onze bezwaren tegen het feit dat meisjes geen hoofddoekjes mochten dragen. We vonden dat vreselijk. Nu is het aan ons om dezelfde houding aan te meten als het tegenovergestelde gebeurt’ – met andere woorden: als iemand ervoor kiest zich niet te bedekken. Waar komen deze verzoenende woorden opeens vandaan? Meent hij het?

‘Makkelijk om lippendienst te bewijzen’

‘Dat zou erg mooi zijn,’ zegt Dirk Rochtus tegen Elsevier.nl. Rochtus is docent Internationale Politiek aan de KU Leuven, en schreef recentelijk een boek over Erdogan:Turkije. De terugkeer van de sultan (2016). ‘Erdogan komt wel eens vaker verrassend uit de hoek. Bijvoorbeeld toen hij in 2011 zei alle Turken te willen omhelzen, ‘of ze nu AKP hebben gestemd of niet’. Nu zegt hij zijn hele leven te hebben gevochten tegen een Turkije ‘waar de ene groep zijn wil oplegt aan de andere’.

Volgens Rochtus is het makkelijk voor Erdogan om lippendienst te bewijzen aan verschillende levensstijlen als er een levensstijl (namelijk het zijne) dominant is in de maatschappij. ‘Dan kan de machtspoliticus overkomen als een verzoener, als bruggenbouwer.’ De Turkse president heeft de seculiere partij CHP hard nodig, benadrukt Rochtus.

Hoe sterk staat Erdogan?

Erdogan wil namelijk een presidentieel stelsel invoeren. De CHP haalt nog altijd een kwart van alle stemmen binnen. ‘Kort na de mislukte staatsgreep in juli kwam Erdogan de seculiere krachten tegemoet, omdat hij juist een zo breed mogelijk front nodig heeft.’ Erdogan haalt vooral uit naar de aanhangers van zijn aartsrivaal Fethullah Gulen, en niet naar de kemalisten (de volgelingen van de oprichter van de seculiere Turkse Republiek, Mustafa Kemal Atatürk) – hoewel laatstgenoemden ook onder de putschisten zijn te vinden, zegt Rochtus.

Hoe sterk staat Erdogan eigenlijk? Zijn macht lijkt na de mislukte staatsgreep sterker te zijn dan ooit, maar de bevolking zou wel eens onrustig kunnen worden, als de terreur erger wordt, en de economie verder achteruitgaat. De toestand waarin Erdogan op dit moment verkeert, baart de Turkse president veel zorgen, zegt Rochtus. ‘De staat moet de veiligheid van de burgers garanderen. Daaraan wordt ook sterk leiderschap afgemeten. ‘Als de terreur niet wordt bedwongen en de economie verzwakt, ziet het er niet goed uit voor Erdogan.’