Duitse komiek wil geen spijt betuigen: Erdogan-gedicht verkeerd begrepen

14 april 2016Leestijd: 2 minuten
De Duitse komiek Jan Böhmermann. Foto: ZDF

De ondergedoken Duitse komiek Jan Böhmermann zou onder steeds grotere druk staan om een verklaring af te geven waarin hij belooft de Turkse president Recep Tayyip Erdogan niet meer te persifleren. De cabaretier laat via zijn advocaat weten dat zijn omstreden hekelgedicht vooral verkeerd begrepen wordt.

‘Blijkbaar wordt over het hoofd gezien dat het gedicht niet op zichzelf staat, maar een overzicht geeft van wat wel en niet is toegestaan in Duitsland,’ zegt zijn advocaat tegen Süddeutsche Zeitung. Böhmermann is dan ook niet van plan een verklaring af te geven waarin hij belooft zijn gedrag te beteren, meldt de krant.

‘Geitenneuker’
In zijn tv-programma Neo Magazine Royale las Böhmermann een gedicht voor waarin hij de Turkse president onder meer uitmaakt voor ‘geitenneuker’ en een liefhebber van kinderporno. In de video zegt hij ook meermaals tegen zijn sidekick dat zijn uitspraken eigenlijk niet mogen.

Afshin Ellian: Hoogmoedige Erdogan waant zich ook sultan van Europa

Ondanks dat omroep ZDF de betreffende video offline haalde, wil de Turkse regering dat Böhmermann wordt vervolgd voor belediging van een buitenlands staatshoofd. Meer dan honderd mensen – vooral Duitse Turken – deden aangifte tegen Böhmermann, onder wie de Turkse president Erdogan zelf.

Politiebescherming
Böhmermann is na alle commotie ondergedoken en staat volgens de politie in Keulen onder constante politiebescherming. Omdat het om een politieke kwestie gaat, is het aan de Duitse regering om toestemming te geven voor mogelijke vervolging. In de komende dagen wordt een beslissing verwacht, volgens Süddeutsche Zeitung vergroot de houding van Böhmermann de kans op een rechtszaak.

De advocaat van Erdogan zei dinsdag tot het uiterste te willen gaan om de komiek te vervolgen. Hij rekent niet op een zware straf voor Böhmermann, wel ‘een die hem op het rechte pad kan terugbrengen om de satire te beoefenen en niet de onbeschofte belediging’.