Frauderende adviseur sleept zijn klant mee

07 februari 2018Leestijd: 3 minuten
'ANP'

Sommige belastingadviseurs regelen een mooie teruggaaf voor hun klanten door het aftrekken van niet-gemaakte ziektekosten. De werkelijke kosten zijn vaak lager, of de ‘vermenigvuldigingsfactor’ wordt ten onrechte toegepast.

Meld u hier gratis aan voor de Elsevier Weekblad Belasting Update, de wekelijkse nieuwsbrief met het laatste fiscale nieuws, analyses, achtergronden en commentaren. Elke vrijdag in uw postvak.

Deze adviseurs lopen uiteindelijk tegen de lamp, maar wat gebeurt er dan met hun klanten? Kan de ten onrechte terugbetaalde belasting nog bij hen worden nagevorderd?

Het korte antwoord: Ja, meestal moeten de klanten het ontvangen geld alsnog terugbetalen, met rente. Ook als er al jaren geleden belastingaangifte is gedaan.

Langdurige fraude

Een belastingconsulent in Utrecht neemt al jaren te hoge of fictieve aftrekposten op in de aangiften van zijn klanten. Hij wordt in februari 2017 veroordeeld voor het opzettelijk doen van valse aangiften voor de belastingjaren 2009 tot en met 2013. De Belastingdienst heeft hierdoor miljoenen euro’s te veel belasting terugbetaald aan zijn klanten.

Er is pas vanaf 2013 onderzoek gedaan naar de belastingadviseur. Zijn aangiften over 2009 en 2010 waren op dat moment al afgehandeld, maar veel aangiften over 2011 waren nog in behandeling. Deze aangiften werden geselecteerd voor een ‘afwijkende klantbehandeling’, en moesten dus extra worden bekeken. Vanaf eind 2013 zijn alle aangiften van de adviseur handmatig beoordeeld.

Navorderingsaanslagen

De Belastingdienst heeft de klanten van de adviseur gevraagd om een nadere onderbouwing van de geclaimde aftrekposten. Aan een groot aantal klanten zijn navorderingsaanslagen opgelegd naar aanleiding van het lopende onderzoek.

Een van deze klanten ging met succes in beroep tegen de hem opgelegde navorderingsaanslagen over 2010 en 2011. Volgens Rechtbank Gelderland had de inspecteur beter moeten kijken naar de ingediende aangiften, hij had een onderzoeksplicht.

Hof Arnhem-Leeuwarden komt echter in hoger beroep tot een ander oordeel.

De navordering over 2010

Volgens het Hof was er bij de behandeling van de aangifte over 2010 nog geen reden voor een nader onderzoek.

Het was niet voldoende dat een medewerker van de Belastingdienst al een sterk vermoeden van fraude had. Zijn ervaringen waren eerder een aanleiding voor het latere onderzoek naar de adviseur zelf.

De navorderingsaanslag voor 2010 blijft volledig in stand, er moet over ruim 3.100 euro alsnog belasting worden betaald.

De navordering over 2011

De inspecteur had bij de afhandeling van de aangifte over 2011 wél een onderzoeksplicht. Er was in het systeem van de Belastingdienst immers al een melding ‘afwijkende klantbehandeling’ opgenomen voor door de adviseur ingediende aangiften.

Toch blijft de navorderingsaanslag over 2011 deels in stand, en moet er over 570 euro alsnog belasting worden betaald.

De inspecteur heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de adviseur ook in deze aangifte ziektekosten heeft opgenomen die nooit zijn gemaakt. De fraude van de adviseur, ook wel ‘kwade trouw’ genoemd, kan in dit geval aan zijn klant worden toegerekend. Hierbij speelt ook een rol dat de klant op geen enkele manier kan bewijzen dat er daadwerkelijk ziektekosten zijn gemaakt. Het Hof heeft geen boodschap aan zijn verweer dat hij de facturen niet heeft bewaard.

Dit verweer helpt de man echter wel voor de geclaimde aftrek ‘levensonderhoud kinderen’ ter grootte van 2.560 euro. Het Hof gelooft dat de man contant geld heeft gegeven aan zijn ex-echtgenote, en dat de bedragen hoog genoeg waren om aan de ‘onderhoudseis’ te voldoen.