‘Aanpassingen in box 3 volstrekt ontoereikend’

02 december 2017Leestijd: 3 minuten

De aanpassingen die het nieuwe kabinet aan de vermogensbelasting in box 3 wil doen zijn volstrekt onvoldoende. Spaarders moeten nog steeds toekijken hoe de overheid hun rendement weg belast.

Meld u hier gratis aan voor de Elsevier Weekblad Belasting Update, de wekelijkse nieuwsbrief met het laatste fiscale nieuws, analyses, achtergronden en commentaren. Elke vrijdag in uw postvak.

‘Er moet zo snel mogelijk een heffing komen op basis van werkelijk behaalde rendementen,’ zegt Jurgen de Vries, voorzitter van de Bond voor Belastingbetalers.

‘Dit is niet alleen het verzoek van het parlement, maar ook de wens van de ruim 3 miljoen belastingplichtigen die belasting betalen over hun vermogen.’

Niet mogelijk

Het nieuwe kabinet blijft de komende jaren namelijk werken met fictieve rendementen. Invoering van een heffing op basis van werkelijke rendementen is volgens staatssecretaris Menno Snel (Financiën) nog niet mogelijk.

De Vries betwijfelt dat: ‘Bekend is welk rendement spaarders en beleggers halen. Ook de waarde van vastgoed is goed vast te stellen. Dan is bijna 100 procent van de vermogensbasis afgedekt.’

De Bond voor Belastingbetalers is opgericht in 2013. Jurgen de Vries is voorzitter sinds dat jaar. De stichting heeft 21.000 supporters.

Tegenbewijs

Als het echt niet mogelijk is nu al werkelijk behaalde rendementen in box 3 te belasten, zijn er volgens De Vries twee andere stappen die het kabinet op korte termijn kan zetten om de heffing eerlijker te maken.

Eerste stap is volgens De Vries belastingplichtigen tegenbewijs laten leveren als zij minder rendement hebben geboekt dan de fiscus veronderstelt. Dit is volgens hem eenvoudig te realiseren, en een aansporing om snel een belasting op daadwerkelijk rendement in te voeren.

Mocht de staatssecretaris vasthouden aan een stelsel op basis van een fictief rendement, dan moet het kabinet volgens De Vries in ieder geval uitgaan van de (lagere) risicovrije rekenrente voor pensioenfondsen die wordt vastgesteld door De Nederlandsche Bank (DNB).  ‘Maar dat gebeurt niet, omdat het de schatkist geld kost,’ denkt De Vries.

Grotere vrijstelling

Het kabinet trekt komend jaar wel 458 miljoen euro uit, onder meer om het heffingvrij vermogen in box 3 te verhogen van 25.000 naar 30.000 euro per persoon.

De Vries vindt dat een prima maatregel. Maar het is, net als de aangekondigde verlaging van het veronderstelde rendement op spaargeld, niet voldoende om de heffing in box 3 rechtvaardiger te maken.

‘Bovendien,’ zegt De Vries, ligt het lagere veronderstelde rendement voor spaarders nog steeds veel hoger dan de spaarrente die ze nu bij de bank krijgen. Hun rendement wordt nog steeds grotendeels weg belast.’

De Vries: ‘Het signaal dat politici nu aan spaarders geven is: als u problemen heeft om dit rendement te halen,  gaat u maar beleggen, in de hoop dat u een hoger rendement haalt zodat u de belasting kunt betalen.’

Europese rechter

De Bond voor Belastingbetalers stapte naar de rechter om bezwaar te maken tegen de huidige heffing op vermogen. Tot nu toe ving de bond bij de rechter bot.

‘Het laatste woord is daar nog niet over gezegd,’ laat De Vries weten. ‘We leggen de zaak voor aan de Europese rechter. Pas als die zijn oordeel heeft geveld, weten we of de heffing in deze vorm rechtmatig is.’

Video

In deze video leggen we in een minuut uit hoe de belasting in box 3 in 2017 wordt geheven. Sinds de publicatie van de video is de spaarrente verder gedaald. In 2018 gaat het heffingvrij vermogen omhoog naar 30.000 euro, en het veronderstelde rendement iets omlaag.

Lees ook: De energienota schiet omhoog onder Rutte-III