Is hij veranderd? Het eerste interview met Thierry Baudet uit 2010

Thierry Baudet in de OBA in 2010 (foto: Marco Bakker)
Thierry Baudet in de OBA in 2010 (foto: Marco Bakker)

 

Begin juli 2010 was Elsevier Weekblad het eerste Nederlandse medium dat een interview had met Thierry Baudet. Hier de tekst:

‘Het debat kan wel wat frisheid gebruiken’

Jurist en historicus Thierry Baudet (27) heeft geen last van valse bescheidenheid. Tot zijn achttiende wilde hij concertpianist worden, nu wenst hij publieke intellectueel te zijn. ‘Ik wil niet in een hokje passen.’

Met een espresso koestert hij de zomerzon op het drukke terras voor het nieuwe hoofdgebouw van de Amsterdamse Openbare Bibliotheek op het Oosterdokseiland, iets ten oosten van Centraal Station. Een donkergrijs pak en een wit overhemd, de drie bovenste knoopjes open, helgroene sokken in de nette zwarte schoenen.

Lees ook het interview uit Elsevier Weekblad van 27 juni 2020 met Thierry Baudet: ‘Waarop ik het meest trots ben? Dat ik al tien jaar gelijk heb’

Nederland heeft sinds kort zijn eigen Bernard-Henri Lévy, de ietwat ijdele Franse
filosoof en public intellectual die zich door zijn fans graag laat aanduiden met zijn initialen: BHL. Net als ooit Lévy is Thierry Baudet een beau garçon met een stevig filosofisch ingesteld intellect, die graag zijn visie geeft over ingewikkelde maar belangrijke zaken als soevereiniteit, multiculturalisme en gemeenschapszin.

Zevenentwintig jaar pas, maar zijn jeugd vormt voor hem geen beletsel om zijn mondje te roeren. De jonge jurist, die ook een bachelor geschiedenis haalde, is bezig aan een fijntjes geregisseerde opmars als intellectueel in het publieke domein.

In kleinere kring was Thierry Baudet al bekend

Baudet, een Franse naam maar op en top Nederlands en opgegroeid in een beschermd milieu in Haarlem-Zuid, brak eerder dit jaar door met Conservatieve vooruitgang, een bundel met bijdragen van intellectuelen over conservatieve denkers, die hij samenstelde met jurist Michiel Visser. Onlangs mocht hij
prominent discussiëren in het deftige tv-programma Buitenhof. In kleinere kring was hij al bekend. In 2008 mocht hij CDA-minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen vergezellen naar Algerije en Marokko.

Met het boek over conservatisme nam Baudet een welbewust risico: dat onderwerp en auteur op één hoop zouden worden gegooid. ‘Maar mij in de rechtse hoek neerzetten, is echt een te makkelijke reflex,’ zegt hij. ‘Conservatief staat tegenover revolutionair, dat schrijven we ook in het boek, en niet tegenover
progressief. Progressief betekent dat je voor vooruitgang bent. Dat is iedereen, behalve misschien de Amish in Amerika. Ook het conservatisme is dus voor vooruitgang. Daarom heet het boek ook Conservatieve vooruitgang. Een schijntegenstelling, maar ook een bescheiden provocatie.’

Een sociaal-liberale conservatief

Baudet ziet zichzelf nu als een sociaal-liberale conservatief. ‘Paars-plus in mijn
eentje, ja. Bont en blauw! Ik sta ondogmatisch tegenover het conservatisme, ik ontleen er slechts inspiratie aan. Ik heb een liberale fase gehad. Ik dacht: als mensen ergens niet voor willen betalen, heeft het geen recht van bestaan. Ook de bibliotheek hier niet. Nu, na het boek, kijk ik meer naar hoe problematisch de markt zich verhoudt tot cultuur, kunst en onderwijs.’

Baudet verwijst, terwijl het terras gereed wordt gemaakt voor een WK-wedstrijd,
naar voormalig VVD-leider Frits Bolkestein, die in 1996 zei dat een vrije markt alleen functioneert bij een bepaald moreel en spiritueel kapitaal. ‘De vrije markt is ook afhankelijk van cultuur en rechtsstatelijkheid.’

‘Om een democratie te hebben, is een democratische cultuur nodig’

De vrije markt kun je dus niet zomaar overal op loslaten. Wat dat betreft sluit Baudet zich aan bij het conservatieve denken. ‘Conservatieven geloven niet dat er een blauwdruk is die je blind op elke samenleving kunt plakken. Liberalen wel. Die denken dat de vrije markt ongeacht culturele context en omgevingsfactoren, altijd een geëigend instrument is. Maar na de dekolonisatie is de vrije markt in veel Afrikaanse landen niet goed tot ontwikkeling gekomen, onder meer door culturele factoren. Liberalen hebben geen vocabulaire om dat te begrijpen. Hetzelfde geldt voor het politieke systeem. Om een democratie te hebben, is een democratische cultuur nodig. Met een open debat. Daar gaat mijn promotieonderzoek in zekere zin ook over: in hoeverre er nationale cohesie
moet zijn om een democratie te laten functioneren. Als er niet iets is waardoor je je als collectief beschouwt, mis je de basis om je als collectief te laten vertegenwoordigen.’

Dat is het grote probleem van Europa. ‘Wat delen wij met elkaar? Met België meer
dan met Griekenland, met Griekenland meer dan met Turkije. Maar een Europese identiteit, bestaat die? Wat is ons motto? Eenheid in verscheidenheid. Daar wordt niemand wijzer van. In Europa is te veel gedacht vanuit diversiteit, vanuit staat en markt, en te weinig vanuit cultuur, gemeenschap, te weinig vanuit
de vraag “wat delen we met elkaar?”’

Thierry Baudet is erg pessimistisch over Europa

Baudet is erg pessimistisch over Europa. ‘Het zit in een deadlock, een impasse. We hebben nu een monetaire unie, maar geen politieke. “Complot” is een groot woord, maar de economische unie schreeuwt om een politieke unie. Voor een Europese federatie is een Europese natie nodig. Dat is in mijn ogen een illusie. Een Europees publiek debat, gedeeld buitenlands beleid, gedeelde immigratiewetgeving – ik zie het niet gebeuren. Kijk naar Nederland, Frankrijk en Groot-Brittannië – die landen alleen al hebben heel andere internationale relaties. Een Europese buitenlandse politiek is er gewoon niet.’

Het vergeten van de dimensie van de gemeenschap zien we ook terug bij immigratie en multiculturalisme, denkt hij. ‘Multiculturalisme is prachtig, maar moeilijk verenigbaar met de gemeenschapsgedachte. Het gevaar bestaat dat iedereen langs elkaar heen gaat leven. Tolerantie slaat om in onverschilligheid en leidt tot desintegratie. We moeten het nu hebben over wat we met elkaar willen
delen. De basis kan dan liggen in wat Jürgen Habermas “het open gesprek” noemt, de dialoog.’ Lachend: ‘Kopje thee erbij, ja.’

Het gevaar van tolerantie

Het gevaar is volgens de jonge intellectueel dat doorgeslagen laksheid onder het mom van tolerantie aan de ene kant, intolerantie oproept aan de andere kant. ‘Treed op tegen excessen, zou ik zeggen, dan stemt ook niet meer iedereen op Geert Wilders. Begrijpelijk dat veel mensen zich ergeren aan ostentatieve moskeeën – dat raakt aan onze culturele identiteit. Gevoel van ongemak daarover is te lang genegeerd of erger: tot taboe verklaard.’

Lees ook dit omslagverhaal: De 100 van Thierry Baudetelsevier Weekblad Cover editie 13 2019

Deze zomer logeert Baudet weer bij de auteur Theodore Dalrymple. Deze Britse ex-psychiater publiceerde tal van boeken, waarvan het formidabele Leven aan de onderkant het beroemdste is. Dalrymples basisfilosofie is: eigen verantwoordelijkheid. Het zijn nooit de omstandigheden die mensen verkeerde
beslissingen laten nemen, het is de keuze van de mens zelf om een verkeerd pad in te slaan. Op Dalrymples landgoed bij Orange in de Franse Provence wordt flink gefilosofeerd. Over het gevaar van doorgeslagen idealisme bijvoorbeeld.

Baudet: ‘We kunnen niets verbeteren als we niet eerst onszelf verbeteren.
Hoe ik dat doe? Door niet meer in systeemdenken te vervallen: wij-zij, marktwerking is altijd goed en minder overheid ook. Dogma’s
dus. Zulk denken is onverstandig.’

Thierry Baudet is Frans in zijn denken

Baudet is bewonderaar van Luuk van Middelaar, de historicus en filosoof die ooit
tekstschrijver was van VVD-leider Frits Bolkestein en nu in het kabinet zit van EU-baas Herman Van Rompuy. ‘Luuk heeft een prachtig proefschrift geschreven, De passage naar Europa. Een groot stilist.’

Bolkestein was een van de weinige Nederlandse politici die zich omringen met filosofen en historici. In Frankrijk is dat de normaalste zaak van de wereld. De weg is daar vaak belangrijker dan het eindpunt, zegt Baudet. Dat vindt hij mooi. ‘Het Nederlandse debat kan wel wat frisheid gebruiken. In Frankrijk was er destijds veel meer debat over de Europese Grondwet dan in Nederland. Wij hebben geen debatcultuur. Het gaat hier nergens over, dat zag je ook bij de
verkiezingscampagne, schijntegenstellingen.’

Frans in zijn denken, kortom. ‘Kennelijk is mijn familie slecht geïntegreerd,’ lacht hij. ‘Mijn voorvader Pierre Baudet was een Franse wiskundige die rond 1794 werd aangesteld als hoogleraar ballistiek in Nederland. Mijn familie is nooit meer weggegaan.’

Thierry Baudet is liefhebber van de negentiende eeuw

Gevraagd naar zijn favoriete periode in de geschiedenis, heeft Baudet zijn antwoord meteen klaar. ‘De negentiende eeuw. De transitie-eeuw. In de romantische kunst vind je de zwanenzang van de aristocratie. Prachtig. Chopin, Liszt, Wagner, Brahms, Baudelaire. En dan die verschrikkelijke Eerste Wereldoorlog, die een streep trekt door de geschiedenis. Daarna heeft de Europese cultuur haar zelfvertrouwen verloren.’

Komt deze jonge romanticus, die tot zijn achttiende concertpianist wilde worden, weleens in Paradiso, voor een popconcert of dancefeest met generatiegenoten? ‘Alleen als ik een lezing moet geven,’ grinnikt hij. ‘Ik ga er heus wel eens dansen hoor. Maar het is niet mijn wereld, ik begrijp het niet helemaal.’