Verandering op komst in trans-Atlantische relaties

29 november 2022Leestijd: 6 minuten
Joe Biden (links) en Emmanuel Macron bij NAVO-top 24 maart. Foto: BELGA PHOTO BENOIT DOPPAGNE

Europeanen hielden de Amerikaanse tussentijdse verkiezingen nauwlettend in de gaten. Door de oorlog in Oekraïne is de band tussen de Verenigde Staten en Europa eindelijk weer versterkt, na jaren van Trumps isolationistische beleid. Maar de invloed van isolationistische Republikeinen was afgelopen verkiezingen weer merkbaar, schrijft Roberta N. Haar.

Lees de Engelse vertaling van dit artikel hier

Roberta N. Haar is hoogleraar Foreign Policy Analysis en Transatlantic Relations aan de Universiteit Maastricht en het University College Maastricht.

In de maanden voorafgaand aan de Amerikaanse tussentijdse verkiezingen van 2022 lieten veel Europeanen weten deze verkiezingen als buitengewoon ingrijpend te ervaren, zeker meer dan de gemiddelde tussentijdse verkiezingsgang. Dit bleek weer afgelopen zomer tijdens een diner georganiseerd door Amerikaanse afgevaardigden in Nederland, waar werd opgemerkt dat Nederlanders veel aandacht aan de campagne besteedden.

De belangrijkste reden is natuurlijk de bezorgdheid over Donald J. Trump en zijn mogelijke invloed op zowel het binnenlands als het buitenlands beleid van de Verenigde Staten en de mogelijke gevolgen voor de Amerikaanse democratie.  De vraag die mij het meest gesteld werd: heeft een aanbeveling van Trump een positieve invloed op Republikeinse kandidaten in november? En zo ja, wat betekent dat dan voor november 2024, wanneer Trump zelf weer kandidaat is, en welke gevolgen kan dat hebben voor de toekomst van het buitenlandse beleid van de Verenigde Staten?

Oktober was een achtbaan in de Amerikaanse politiek

Als een week al lang is in de politiek, hoe ziet de maand voor de verkiezingen er dan uit? Trump en zijn aanhangers moeten de maand oktober met argusogen hebben bekeken, want hun strategie om zowel de Senaat als het Huis van Afgevaardigden terug te winnen brokkelde af door alle aanklachten en strafrechtelijke vervolging.

Eind september schreef The Economist dat Biden ‘aan de winnende hand was’ toen hij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties toesprak. Drie gebeurtenissen veranderden de tussentijdse verkiezingen in een veel krappere race dan Republikeinen hadden verwacht. Ten eerste, al het bewijs dat Trump misdaden heeft gepleegd op 6 januari en in zijn huis in Mar-a-Lago, maakten de tussentijdse verkiezingen eerder een referendum over Trump in plaats van het vermeende falen van Biden en de Democratische Partij.

Democraten maakten campagnebeloften waar

Ten tweede lieten de Democraten zien dat zij wetgeving konden doorvoeren die te maken heeft met hun campagnebeloften, zoals Student Loan Forgiveness, de Inflation Reduction Act die 369 miljard dollar omvatte aan maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan, en de Chips Act waarmee de belofte werd nagekomen om de halfgeleiderindustrie in de Verenigde Staten te stimuleren. En ten derde, de omverwerping van Roe v. Wade, die vooral progressieven en vrouwen in beweging bracht tegen een Republikeinse partij die afhankelijk was geworden van een steeds verder uitdijende cultuuroorlog om haar steeds conservatievere basis te motiveren. Ironisch genoeg betekende het winnen van de zaak Dobbs v. Jackson Women’s Health Organization dat de Republikeinse Partij een belangrijke reden om op hen te stemmen verloor.

Maar oktober was een maand vol schokbewegingen in het Amerikaanse electoraat, te beginnen met Democraten die hun verlies in het Huis leken te stoppen, tot een plotselinge zwaai naar rechts door de toenemende ontevredenheid over de stijgende misdaadcijfers en de hoogste inflatie in veertig jaar, wat op zijn beurt Biden nog impopulairder maakte.

De bereidheid van olieproducenten in de Perzische Golf om oproepen van een zittende Amerikaanse president te negeren, onderstreepte bovendien de zwakte van Biden op het wereldtoneel. Gezien de invloed van de energieprijs op de Amerikaanse economie zagen de Republikeinse kansen in de belangrijkste slagveldstaten er medio oktober veel rooskleuriger uit.

En hoe zit het met het buitenlands beleid?

Eerder dit jaar schreef ik in Atlantisch Perspectief dat Poetin en Xi Jinping er met hun samenwerking vóór de invasie van Poetin erin slaagden om het onmogelijke in Washington te bereiken: een beleid over Oekraïne wat gesteund werd door beide partijen. Dit is het geval omdat beide partijen vinden dat sommige kwesties te belangrijk zijn om te onderwerpen aan polarisatie voor politiek gewin en omdat sommige kwesties brede steun genieten bij het gehele Amerikaanse publiek (hoewel dit ook afneemt naarmate de oorlog voortduurt).

Omdat beide kamers van het Congres sterke steun geven aan de strijd van Oekraïne tegen Rusland, zullen de tussentijdse verkiezingen in veel opzichten geen invloed hebben op het Amerikaanse buitenlandse beleid. Zelfs als Rusland en zijn bondgenoten de aankomende verkiezingen zouden willen beïnvloeden via hun gewiekste beïnvloedingsoperaties op sociale media, geloven weinig Amerikanen dat Rusland de oorlog zal winnen.

Daarbij komt kijken dat geen van de tegenstanders en critici van de VS verwachten dat de buitenlandse strategie van de V.S. ten aanzien van Oekraïne drastisch zal veranderen nu de Republikeinen het Huis van Afgevaardigden hebben veroved. In plaats daarvan hebben de Chinese leider Xi Jinping en de Indiase premier Narendra Modi tijdens een bijeenkomst in Centraal-Azië voor de Shanghai-samenwerkingsorganisatie aan Poetin duidelijk gemaakt dat zij hun geduld verliezen met zijn voortdurende oorlog.

China is vooral ongelukkig met het feit dat de oorlog een meer verenigd en gemilitariseerd Westen heeft gecreëerd dat wantrouwiger staat tegenover China en zijn bondgenootschap met Poetin. In plaats van Chinese investeringen het hof te maken, doen de Europeanen alsof de schellen van hun ogen zijn gevallen over de wereldwijde Chinese invloeden. Zo kwamen op 17 oktober 2022 de 27 ministers van Buitenlandse Zaken van de EU in Luxemburg bijeen om het Europese China-beleid bij te stellen. In het officiële document dat na de bijeenkomst werd vrijgegeven, wordt China een ‘harde concurrent’ genoemd.

Oekraïne-moeheid in Amerika

Dit wil niet zeggen dat we ons geen zorgen hoeven te maken of Trump-Republikeinen het in 2022 of 2024 goed zullen doen. Het buitenlandse beleid van Trump zou de trans-Atlantische banden opnieuw verzwakken en het collectieve veiligheidssysteem in Europa ondermijnen.

De afbrokkeling van de Atlantische banden door Trump droeg bij aan Poetins berekeningen dat de Verenigde Staten Europa niet zouden steunen toen hij Oekraïne aanviel. Een terugkeer naar politieke verdeeldheid over de Europese relatie met Rusland, zou zowel Poetins pijplijnpolitiek als zijn berekeningen versteken dat hij de Westerse sancties kan uitzitten en wachten tot de Oekraïne-moeheid toeslaat, samen met koude huizen en hoge gasprijzen.

Bovendien zijn anti-Oekraïne campagneslogans gemaakt door leden van de House Freedom Caucus, een samenwerking van de meest extreemrechtse leden van de Republikeinse Partij. In wat een flinterdunne marge ten opzichte van de Democraten zal zijn, heeft elk lid van de Freedom Caucus de mogelijkheid om de rol van Joe Manchin of Kyrsten Sinema te spelen – en wetgeving te gijzelen voor hun eigen agenda.

Daarbovenop komt het feit dat de mogelijke leider van het Huis, Kevin McCarthy, tijdens de campagne voor de tussentijdse verkiezingen een anti-Oekraïens geluid liet horen. Opiniepeilingen van 10 oktober laten zien dat deze isolationistische stemmen in de Republikeinse partij iets op het spoor zijn: 32 procent van de Republikeinen vindt dat de V.S. een verantwoordelijkheid heeft om Oekraïne tegen Rusland te beschermen, tegenover 58 procent van de Democraten.

Vermoeidheid komt om de hoek kijken in Europa

Maar Oekraïne-moeheid is ook hier in Europa een reëel probleem. Iemand maakte dit punt bij een lezing die ik in september in Den Haag gaf, toen mij werd gevraagd waarom de Verenigde Staten Oekraïne wil steunen. Wanneer de rol van Amerika bij de verdediging van het bestaansrecht van Oekraïne ter discussie staat in een van de sterkste Atlantische bondgenoten van de V.S., dan is het wel degelijk nuttig om na te denken over hoe het buitenlands beleid van de V.S. zou kunnen veranderen als isolationisten na de tussentijdse verkiezingen meer invloed krijgen.

Als zowel de kern van de Republikeinse partij als een paar van haar luidruchtigste wetgevers verder overhellen naar het Trumpiaanse isolationisme, kunnen we verwachten dat de tussentijdse verkiezingen aanzienlijke gevolgen zullen hebben voor de strategische prioriteiten van de Verenigde Staten en haar trans-Atlantische betrekkingen en zeker de weg zullen versmallen voor verdere Amerikaanse steun aan Oekraïne.