Gepreek van acteurs verpest Oscar-show

30 november 2018Leestijd: 4 minuten
Actrice Patricia Arquette

De Academy Awards krijgen elk jaar minder kijkers. Terwijl er tegelijkertijd ieder jaar weer meer sprake is van politieke boodschappen op het podium. Wellicht is dit geen toeval.

De Academy Awards waren lang het hoogtepunt van het filmjaar. Het winnen van een Oscar was voor acteurs, actrices en regisseurs een mooie kans om uit te leggen wat hun film precies zo goed maakt. Of desnoods konden zij familie en vrienden bedanken voor hun steun. Deze glamourvolle prijsuitreiking was lange tijd een groot kijkcijfersucces: in 1998 keken er ruim 55 miljoen Amerikanen. Maar de kijkcijfers van 2018 waren de laagste ooit: nog slechts de helft keek nog naar de show,  vergeleken met 1998. Wat gaat er mis?

Terwijl de kijkers weglopen, neemt het moralistische gehalte van de acceptatiespeeches toe. Niet langer gebruiken de acteurs en actrices het podium voor een traan en een bedankje, maar om hun eigen politieke ideeën te verkondigen voor een publiek van gelijkgestemden.

AmericanDreamersMeld je hier gratis aan voor de Amerika Update, de wekelijkse nieuwsbrief met de laatste ontwikkelingen over de Verenigde Staten. Elke vrijdag in je mailbox.

De Academy Awards (en andere prijsuitreikingen) zijn natuurlijk niet pas recent een mix van politiek en films geworden. Het bekendste voorval was lange tijd Marlon Brando die in 1973 een Oscar voor The Godfather (1972) weigerde en de half Indiaanse Sacheen Littlefeather stuurde om een speech te houden. Toch waren dit soort incidenten altijd uitzondering, terwijl nu ieder jaar, en bij meerdere films controverses ontstaan.

Het is een gegeven dat de kijkcijfers voor álle tv-programma’s naar beneden gaan. Zo wordt er vaak gewezen op het feit dat Amerikanen ook minder vaak naar sport kijken. Toch is deze daling minder extreem dan die van de Oscars en is er soms zelfs sprake van een stijging, als online streams worden meegerekend. Ook keken vorige maand meer Amerikanen naar de NFL op de tv dan vorig jaar.

De Hollywoodacteur als activist

Tijdens de meest recente Academy Awards, begin 2018, waren politiek activisme en de Oscar-uitreikingen bijna onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zo droegen de aanwezigen badges tegen wapengeweld. Er werd ook volop aandacht geschonken aan #MeToo, de representatie van zwarte acteurs in superheldenfilms en de wapenlobby. En uiteraard werd president Donald Trump meermaals aangevallen, door zowel presentators als prijswinnaars.

Tijdens de afgelopen jaren was er evenzeer sprake van politiek activisme. Zo sprak Patricia Arquette zich in 2016 uit voor ‘gelijke lonen voor mannen en vrouwen’. In 2014 riep Cate Blanchett op tot ‘meer vrouwen in hoofdrollen’ en sprak Jared Leto zich uit tegen AIDS. Julianne Moore wilde in 2015 meer onderzoek naar Alzheimer en een jaar later sprak Leonardo Di Caprio zich uit tegen klimaatverandering. De laatste jaren wordt er tijdens de acceptatiespeeches steeds vaker een ogenschijnlijk willekeurige opvatting uit de activistische alfabetsoep gevist.

De Academy Awards zijn bovendien niet de enige prijsuitreikingen waar het politieke activisme toeneemt. In juni gaf acteur Robert De Niro tijdens de Tony Awards, een prijs voor theaterproducties, een speech van welgeteld twee woorden: ‘Fuck Trump‘. De ‘moedige’ De Niro werd beloond met een staande ovatie.

En na een indrukwekkende ophemeling van het eigen vak – ‘goed acteren kan de wereld veranderen’ – gaf David Harbour tijdens de Screen Actors Guild-prijsuitreiking in 2017 zijn visie op een betere wereld. Harbours oproep tot een ‘begripvolle en empathische samenleving’ werd gevolgd door de uitspraak dat mensen die dit tegenwerken ‘in hun gezicht moeten worden geslagen’. De paradox bleef onopgemerkt door zowel Harbour, die zijn speech zonder enige zelfspot voorlas, als het publiek, dat luid applaudisseerde.

De reactie op dit soort speeches was vroeger anders. Scenarioschrijver Paddy Chayefsky zei tijdens de Academy Awards 1978 dat hij het ‘spuugzat is dat mensen deze gelegenheid misbruiken om hun persoonlijke politieke agenda te propageren.’ Het was toen slechts de tweede keer in tien jaar dat zich zo’n incident voordeed. Chayefsky zou tegenwoordig waarschijnlijk wegzappen zodra de Oscars in beeld komen – en met hem dus een groeiende groep Amerikanen.

Hypocriet Hollywood

Wat heeft politiek activisme eigenlijk voor plaats in de wereld van filmuitreikingen? Ieder persoon heeft natuurlijk (recht op) een eigen mening, maar zoals de loodgieter niet om zijn politieke ideeën wordt gevraagd, is het maar de vraag of mensen verlegen zitten op de mening van een acteur.

Want Hollywoodacteurs hebben niet meer verstand van politiek dan de gemiddelde burger. Integendeel, een acteur met een miljoenensalaris is waarschijnlijk veel verder verwijderd van ‘de normale wereld’ dan die loodgieter. En is het niet een beetje hypocriet dat een acteur tegen wapenbezit is, maar zelf wel gewapende bewaking heeft. Of voor open grenzen is, maar zijn of haar eigen villa wel heeft omheind met een hoge muur. En waar bleken #MeToo-misstanden meer te spelen dan in de wereld van Hollywood?

Natuurlijk zijn veel van de aangekaarte kwesties ook heel redelijk en acceptabel. Wie is er nou tegen onderzoek naar Alzheimer bijvoorbeeld? Maar horen deze vaak moralistische preken thuis op een filmuitreiking? Vanzelfsprekend mag een acteur zeggen wat hij wil, maar hij hoeft dan niet gek op te kijken als zijn publiek steeds kleiner wordt.

Nu komen verpleegsters of leraren – de daadwerkelijke ‘wereldverbeteraars’ – thuis na een dag hard werken, om vier uur lang de les voorgelezen te krijgen door prekende Hollywoodmiljonairs. Niet heel gek dus, dat mensen de laatste jaren de televisie steeds vaker uitzetten tijdens Hollywoods jaarlijkse feestje.