Als eigenaar van Golden Tulip Hotel Central aan de Markt was Tonny Rademaker een begrip in Den Bosch. Zijn brasserie was de huiskamer van de stad.
Op zijn hoogtepunt zat Tonny Rademaker in 23 besturen, van dat van Koninklijke Horeca Nederland tot dat van de carnavalsvereniging. Rademaker – weduwnaar, vader van vier kinderen – overleed donderdag 10 september. Een paar dagen eerder was hij gevallen na thuiskomst van het diner van culinair festival Bourgondisch ‘s-Hertogenbosch. Hij werd 91 jaar.
Hotel Central kwam in 1905 in de familie. Rademaker, geboren in een ander hotel in Den Bosch dat zijn vader runde, begon er in 1942 als manusje-van-alles. Hij liet de kachels branden, maakte schoon en haalde met een bakfiets de bagage van gasten van het station. In 1959 nam hij het hotel over van zijn oom. De laatste 24 jaar voerde hij de directie met zijn dochter Karin.
‘Mijn vader woonde boven het hotel en was zeven dagen per week aanwezig,’ zegt Karin (52). Stipt om zeven uur zat hij achter zijn bureau.
‘Hij zag alles en haalde nergens zijn neus voor op. Afspraak was afspraak en het moest zoals hij het wilde. Hoewel hij eigenwijs kon zijn, stond hij open voor verandering.’ In 1987 liet hij het hotel ingrijpend verbouwen. Rademaker was pas tevreden als zijn gasten genoten. Zelf genoot hij het meest van de maandelijkse jazzoptredens in de brasserie. Als Misty maar werd gespeeld.
Boezemvriend
Rademaker was betrokken bij de oprichting van Koninklijke Horeca Nederland en stond in 1964 mede aan de basis van Golden Tulip Hotels Nederland. ‘Hij keek niet alleen naar zijn eigen bedrijf, maar ook naar het grotere belang van de sector,’ zegt voormalig directeur Benelux Haike Blaauw (54). ‘Rademaker had een duidelijke mening en kon een houwdegen zijn. Hij bleef loyaal aan de keten, ook als het minder ging.’
Rademaker was Bosschenaar tot in zijn haarvaten, zegt voormalig minister-president Rob van de Laar (61) van de Oeteldonksche Club van 1882, de carnavalsvereniging van den Bosch. ‘Ondanks dertig jaar leeftijdsverschil stond hij als vicepresident pal achter mij.’ Rademaker was 43 jaar lang, tot 2013, Minister van Secretariaat. In de notulen schreef hij slim op wat er had moeten worden gezegd.
Roderick van de Mortel (44), burgemeester van Vught en oud-wethouder in Den Bosch, leerde Rademaker via zijn grootvader kennen en werd een boezemvriend. ‘Tonny had veel vrienden, maar was geen allemansvriend. Hij mocht je of hij mocht je niet, en hij liet dat ook duidelijk merken. Een echte bourgondiër die genoot van feesten en partijen. Altijd correct gekleed, wist hij mensen zich welkom te laten voelen.’
Rademaker was altijd razendsnel op de hoogte van wat het stadsbestuur had besloten. Als iets hem niet zinde, liep hij zonder afspraak binnen bij de wethouder of de burgemeester om verhaal te halen. Naar Tonny Rademaker werd geluisterd.
Elsevier nummer 39, 26 september 2015