De belangrijkste antwoorden uit de brief van Plasterk en Hennis

10 februari 2014Leestijd: 3 minuten

Met een brief van zestien pagina’s geven de ministers Ronald Plasterk (PvdA, Binnenlandse Zaken) en Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD, Defensie) antwoord op de Kamervragen over de afluisterpraktijken van de geheime diensten AIVD en MIVD.

Dinsdag gaan de twee in debat met de Tweede Kamer. U kunt de brief die maandag is vrijgegeven hier teruglezen. Wij selecteerden alvast de belangrijkste antwoorden op de tientallen Kamervragen.

1. Onderzoek

Na de publicaties in het Duitse weekblad Der Spiegel en de Franse krant Le Monde over spionage is een onderzoek ingesteld door de AIVD en MIVD en er is intensief contact geweest met de NSA.

Op 20 november is gebleken dat de 1,8 miljoen records metadata betrekking had op telefoongesprekken die zijn verzameld door de Nationale Sigint Organisatie. Dit werd bevestigd door verder intern onderzoek van de diensten.

2. Informeren

De ministers Plasterk en Hennis zijn op 22 november gelijktijdig geïnformeerd over de onderzoeksresultaten. Vorige week ontstond het beeld dat Hennis eerder op de hoogte was over het feit dat de Nederlandse diensten verantwoordelijk waren, maar dat is niet het geval.

3. Nieuwsuur

In het televisieprogramma zei Plasterk op 30 oktober dat het de Amerikaanse dienst NSA was die de metadata had verzameld. Staat Plasterk nog achter deze uitspraak? Hierover staat in de brief: ‘Terugkijkend hierop vindt de minister van Binnenlandse Zaken dat hij deze mogelijke verklaring achterwege had moeten laten.’

4. Verklaring

Het onderzoek naar wie de gegevens had verzameld, was nog gaande, maar toch gaf Plasterk al een verklaring. Volgens de brief was er toen sprake van ‘een mogelijke verklaring’. ‘Op basis daarvan heeft de minister van Binnenlandse Zaken uitspraak gedaan.’ Hij wilde het ontstane beeld dat Nederlandse diensten de metadata hadden verzameld, weerleggen.

5. Brief Tweede Kamer

Vorige week ging er toch een brief naar de Tweede Kamer. Waarom toen wel? Plasterk en Hennis hadden in eerste instantie besloten de Tweede Kamer niet te informeren, vanwege ‘het belang van de staat om in het openbaar niet in te gaan op de mogelijke modus operandi van onze diensten’.

De ministers zagen daarvan af, vanwege de voorbereiding van de civiele procedure over het gebruik van gegevens afkomstig van buitenlandse diensten.

6. Metadata

Zoals eerder gezegd zijn de telefoongegevens verzameld ‘in het kader van de terrorismebestrijding en militaire operaties in het buitenland’. Dit zou vallen binnen de wettelijke taakuitoefening van de diensten.

In de metadata is een beperkt aantal kenmerken vastgelegd, zoals het telefoonnummer van de beller en de ontvanger en de datum en tijd van het gevoerde gesprek. Het gaat om metadata van telefoongesprekken met herkomst en/of bestemming in het buitenland.

7. Waarschuwingen

Nadat Plasterk en Hennis hun brief naar de Tweede Kamer hadden gestuurd, kwamen er berichten naar buiten dat Plasterk al zou zijn gewaarschuwd om niets te zeggen over de verzamelde data. Daarover zegt het ministerie van Binnenlandse Zaken: ‘De minister van Binnenlandse Zaken is als enige verantwoordelijk voor zijn optredens in de media.’