Er zijn vorig jaar fors meer asielzoekers naar Nederland gekomen dan het jaar daarvoor. Bijna 24.000 mensen vroegen vorig jaar asiel aan in Nederland, een stijging van 66 procent ten opzichte van het jaar daarvoor.
Het aantal asielzoekers dat in 2014 naar ons land kwam, is het hoogst sinds 2002, maar ligt ruim onder het niveau van de jaren negentig, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Oorlog
De meeste asielzoekers die vorig jaar naar Nederland kwamen, waren afkomstig uit Syrië. Het aantal aanvragen uit het door oorlog verscheurde land steeg tot 9.500, bijna 40 procent van het totaal.
Ook waren er meer staatlozen, personen die door geen enkel land als onderdaan worden gezien. Waren er in 2013 nog ruim 200 staatlozen, in 2014 waren dat er bijna 2.800. Dit waren vooral Palestijnen uit Syrië. Verder kwamen er veel asielzoekers uit Eritrea: bijna 4.000.
Nareizende gezinsleden hoeven sinds maart vorig jaar geen asielaanvraag meer in te dienen. Als zij ook worden meegerekend, zou het aantal asielverzoeken 4.000 hoger zijn.
Instroom
Staatssecretaris Fred Teeven (VVD, Asiel) zei in december dat dit jaar ongeveer 33.000 mensen asiel zullen aanvragen. Misschien loopt dat aantal op naar 40.000, verwacht Teeven. In mei dacht Teeven nog dat er in 2014 65.000 asielzoekers naar Nederland zouden komen.
In die periode kwamen er per week ongeveer duizend asielverzoeken binnen. Het ging toen vooral om een ‘enorme instroom van Eritreërs’. ‘Maar we hebben de instroom aanzienlijk kunnen terugdringen. Laten we daar blij mee zijn, want anders krijg je draagvlakproblemen,’ zei Teeven in december.