De Maastrichtse burgemeester Onno Hoes (VVD) voelt zich niet aangetast in zijn waardigheid als burgemeester. Ook vindt hij dat hij niets verkeerd heeft gedaan.
Twee dagen na het besluit om af te treden, sprak Hoes vrijdagavond voor het eerst uitgebreid in het openbaar in het programma Nieuwsuur.
Waardigheid
De burgemeester vindt niet dat hij in zijn waardigheid is aangetast door de affaire. ‘Met deze beslissing die ik in de afgelopen dagen heb genomen, heb ik laten zien dat ik wist wat het beste was voor deze stad,’ zei Hoes.
‘Ik ben ervan overtuigd dat als ik direct was opgestapt ik de stad in grote onzekerheid had gelaten… als ik daarentegen was blijven zitten nog twee jaar, met een mogelijke vervolgtermijn, waren er weer te veel mensen geweest die daar moeite mee zouden hebben gehad.’
Niets verkeerd gedaan
De VVD’er verduidelijkte in de uitzending dat hij opstapt vanwege de ‘worsteling’ in de stad, niet omdat hij vindt dat hij iets verkeerd heeft gedaan.
‘Wat ik gedaan heb, is privé en dat zou ook privé moeten blijven.. ik vind dat ik recht heb op een privéleven, net als iedere burger, dat ik het recht heb om te eten en te drinken met iedereen die ik wil.’ Als je geen privéleven meer hebt, ‘kun je niet leven’ zei Hoes die erkende dat hij wel 24 uur per dag burgemeester is. ‘Datgene wat er gebeurd is, is geen onoorbaar gedrag. En ik vind dat ik daar niets verkeerd heb gedaan.’
Kwalijk
Hoes vindt dat de nadruk zou moeten liggen op hen die hem dit hebben aangedaan. ‘Hier is willens en wetens mijn privédomein geschaad. Het blijkt dat dit van tevoren opgezet is geweest. Dat vind ik zeer kwalijk…. dat iemand met een geheime camera bezig is geweest en een chat heeft onderhouden met de bedoeling om mij voor het oog van de natie onderuit te halen. Dat is mij moedwillig in de val lokken en dat is kwalijk.’
PowNed verdedigde zich vrijdag eveneens door te stellen dat het ‘zware middel’ van de geheime camera is ingezet om aan te tonen dat Hoes ‘zijn waardigheid en de reputatie van de stad opnieuw op het spel zet’. De omroep ziet de rechtszaak, als die er al komt, met vertrouwen tegemoet.