Terecht is er grote verontwaardiging over de agent die per ongeluk met zijn vuurwapen de passagier van een ramkraker raakte.
Het is de ongekeerde wereld. Een agent die bij de aanhouding van een ramkraker in een auto per ongeluk met zijn vuurwapen diens passagier raakte, kreeg van de rechter twee jaar cel voor poging tot doodslag.
Het Openbaar Ministerie had vrijspraak gevraagd, omdat er sprake zou zijn van noodweer. De agent was bang dat de ramkraker hem en zijn collega’s van het arrestatieteam zou overrijden. De rechter verwierp dat verweer echter en vond dat de agent helemaal niet had moeten schieten. De auto reed niet hard en leverde geen enkel gevaar op, aldus het vonnis.
Teleurgesteld
De verontwaardiging is terecht groot. Het valt niet goed uit te leggen dat een agent die tijdens de uitoefening van zijn soms levensgevaarlijke beroep een ernstige inschattingsfout maakt, dezelfde behandeling krijgt als de eerste de beste crimineel. Meer begrip was op zijn plaats geweest.
Korpschef Gerard Bouman van de Nationale Politie was ‘vreselijk teleurgesteld’ over het vonnis. Begrijpelijk, maar hij had beter het hoger beroep kunnen afwachten. Ook het her en der geopperde idee om in navolging van de Militaire Kamer bij de rechtbank een Politiekamer in te stellen, is voorbarig.
De rechter moet bij de straf rekening houden met het werk van de agent. Wellicht heeft de hogere rechter meer begrip voor diens verdediging.
Elsevier nummer 30, 25 juli 2015