Tweede Kamer moet de hypes van D66 en NRC negeren

02 december 2013Leestijd: 4 minuten

De Nederlandse inlichtingendiensten hebben een belangrijke rol bij het bestrijden van terrorisme en jihadisme. Het is zeer kwalijk hoe D66, gesteund door haar mediaorgaan NRC Handelsblad, de activiteiten van de AIVD onderwerp van discussie maakt.

Tijd voor een nieuwe hype. Er worden pogingen ondernomen om een valse discussie te ontketenen over de activiteiten van de Nederlandse inlichtingendiensten. Sommige media en politici verwarren de Nederlandse inlichtingendiensten met de NSA of met die van Groot-Brittannië.

NRC Handelsblad loopt voorop in het creëren van een bedenkelijke sfeer rond de Nederlandse inlichtingendiensten. Zijn er onthullingen die het daglicht niet kunnen verdragen?

NSA

Op basis van documenten van Edward Snowden publiceerde NRC Handelsblad artikelen over de Nederlandse inlichtingendiensten. De meeste teksten betroffen de achtergronden van de zaak rond de NSA en de bevoegdheden van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD).

Het wordt concreet waar het gaat om de monitoring van internetfora door de AIVD. Volgens NRC zou de AIVD geregeld verdachte internetfora hacken en daarbij gegevens van ‘willekeurige bezoekers’ verzamelen. De NRC-onthulling betreft dus het verzamelen van informatie over willekeurige bezoekers.

Ronald Plasterk

Dit is geen onthulling, maar een beschuldiging. NRC beschuldigt de inlichtingendiensten van een wetsovertreding: ze zouden hun bevoegdheden te buiten gaan.

Minister van Binnenlandse zaken Ronald Plasterk (PvdA) wijst de beschuldiging van NRC nadrukkelijk af: ‘De AIVD kan en mag volgens artikel 24 van de Wet op Inlichtingen- en veiligheidsdiensten informatie vergaren door websites van verdachte aard te hacken. Die wet biedt hier nadrukkelijk de mogelijkheid toe.’

Het is helemaal waar wat de minister zegt. De inlichtingendiensten monitoren alleen de bezoekers van websites met ‘een terroristische of extremistisch oogmerk’. De AIVD houdt niet de website van de plaatselijke hengelsportvereniging in de gaten.

Verontwaardigd

Het gaat nadrukkelijk om websites waarvan we weten dat die potentieel gevaarlijk zijn, zoals jihadistische internetfora, waar mensen oproepen tot de strijd. ‘Het is belangrijk dat we toezicht houden op wat daar gebeurt,’ vindt de minister.

Sommige politici zijn zeer verontwaardigd. D66-leider Alexander Pechtold roept op tot een parlementaire enquête over de inlichtingendiensten. Toen in 2004 werd voorgesteld een parlementaire enquête over de moorden op Theo van Gogh en Pim Fortuyn te houden, was daarvoor geen enkele steun in de Kamer.

Waar het ging om de strijd tegen het terrorisme en lering trekken uit foute inschattingen en handelingen, toonden D66 en een aantal andere partijen geen belangstelling. Kennelijk is er in dit opzicht niets veranderd bij D66 en hun geestverwanten.

Staatsgevaarlijk

D66 en haar mediaorgaan NRC Handelsblad hanteren een zeer beperkt begrip van de rechtsstaat: wel permanente controle op politie en inlichtingendiensten, maar geen aandacht voor de strijd tegen terrorisme, dat de rechtsstaat ernstig bedreigt.

De inlichtingendiensten bespioneren en monitoren de internetfora waar ze mensen verdenken van staatsgevaarlijke activiteiten: jihadisme, extreem-rechtse of extreem-linkse acties, et cetera.

Het is gericht onderzoek – dus binnen de grenzen van de wet – waarbij ook weleens irrelevante informatie wordt opgevist en later weer worden gewist.

Zoektocht

Een voorbeeld: als een redacteur of opiniemaker van NRC Handelsblad doelwit is van terroristische groepen of personen, gaan de inlichtingendiensten op zoek naar de bron, de waarschijnlijkheid en de ernst van het gevaar. Daarna brengen ze ambtsberichten uit aan verschillende instanties. Op basis daarvan kunnen autoriteiten maatregelen nemen.

Bij deze zoektocht verzamelen ze gegevens van personen die later misschien niet relevant blijken in het kader van het onderzoek. Die gegevens worden dan vernietigd. Maar de AIVD heeft geen opsporingstaak.

Niemand wordt bij de inlichtingendiensten aangemerkt als verdachte in de zin van het Wetboek van Strafvordering. Zodra het vermoeden ontstaat dat er strafbare feiten worden begaan, dan wordt het Openbaar Ministerie ingeschakeld.

Fouten

Bij deze activiteiten moeten ze worden gecontroleerd door verschillende instanties, en dat is ook perfect geregeld in de wet. De Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) houdt de AIVD in de gaten. Als de AIVD fouten maakt, wordt de dienst daarop door deze commissie aangesproken.

Daarnaast zijn er democratisch gekozen ministers. De ministers van Defensie en Binnenlandse Zaken moeten toestemming geven voor belangrijke activiteiten van de inlichtingendiensten.

En dan hebben we nog de commissie-stiekem van de Tweede Kamer waar de fractievoorzitters in vertrouwelijkheid worden geïnformeerd over de activiteiten van de inlichtingendiensten, en bovendien kunnen zij de inlichtingendiensten concrete vragen stellen.

Zware beschuldiging

Als iemand vindt dat dit controlemechanisme niet werkt, dan moet dat gaan om de ministers, de CTIVD, en ten slotte de Tweede Kamer zelf. Pechtold moet dus in de eerste plaats bij zichzelf onderzoeken of hij zijn eigen controlerende taak naar behoren heeft uitgeoefend.

Tenzij hij van mening is dat de Kamer door de ministers verkeerd wordt ingelicht – dat is een zware beschuldiging. Daarvoor zijn er vooralsnog geen enkele aanwijzingen. Ook niet in NRC Handelsblad.

De Kamer moet zich niet bezighouden met de hypes van D66 en NRC. De Kamerleden moeten zich nu vooral bekommeren om de veiligheid van Nederland en zich de vraag stellen of de inlichtingendiensten naar behoren functioneren bij het bestrijden van het jihadisme in Nederland.

Er zijn immers al zeven Nederlanders omgekomen in Syrië. Daar gaat het om. Inlichtingenvraagstukken lenen zich niet voor hypes.