Ik hoef mij niet schuldig te voelen over het slavernijverleden

01 oktober 2013Leestijd: 4 minuten

Sinds de jaren zeventig willen we ons knagende geweten over het slavernijverleden op allerlei manieren afkopen. Maar individuele historische schuld bestaat niet: u en ik zijn niet verantwoordelijk voor de misdaden van het nationaal-socialisme of voor de slavernij.

Op Bevrijdingsdag 1998 sprak de Zuid-Afrikaanse ambassadeur ons toe: ‘Nederland moet zijn eigen geschiedenis eerlijker onder ogen zien.’

Hij probeerde schuldgevoelens te doen ontwaken die nooit tot rust zijn gekomen. Sterker, geen andere westerse natie doet zo graag aan gedisciplineerde zelfkastijding als de onze. Verbaal wordt dat echter zelden gekoppeld aan ons ongemakkelijke verleden.

Afkopen

Toch gaan we gebukt onder een eigenzinnige en onuitwisbare historische schuld die door generaties heen individuen verantwoordelijk houdt voor eeuwenoude wandaden. Volgens de website van het Nederlandse slavernijinstituut NiNsee zijn wij ‘allen dragers van de geschiedenis. De erfenis van de slavernij zit daarom in ons’.

Zelfbeeld

Wij erven schuld, of beter gezegd: schuldgevoelens, geheel vrijwillig. Vooral sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw willen we ons knagende geweten op allerlei manieren afkopen.

Politieke correctheid, schuldkwijtschelding van derdewereldlanden, en de ontwikkelingshulpnorm van 0,7 procent die wij jarenlang hebben nageleefd.

Ons wankelende zelfbeeld wordt in belangrijke mate gevormd door de slavenhandel die wij van de Zuid-Afrikaanse ambassadeur eerlijker moeten benaderen. Alsof wij anders doen.

Sinds 2000 is er een officiële herdenking van de afschaffing van de slavernij (1863) waarbij een bewindspersoon is aanwezig. In 2001 heeft oud-minister Roger van Boxtel (D66) een ‘diepe spijtbetuiging, neigend naar berouw’ betuigd over de slavernij.

Mensonterend

Een jaar later was er een slavernijmonument en bijna jaarlijks verschijnen nieuwe studies naar slavenhandel.

Dit jaar herdenken we hondervijftig jaar afschaffing van de slavernij met een hoop festiviteiten en opinie- en krantenartikelen die in veelvoud verschijnen. En opnieuw betuigde de Nederlandse regering via vicepremier Lodewijk Asscher (PvdA) ‘diepe spijt en berouw’ over de ‘mensonterende praktijk’ van de slavernij.

Er gaan stemmen op om herstelbetalingen uit te keren. Opvallend genoeg zijn de eisende partijen vrijwel nooit de nazaten. Zij vinden het voortdurend spreken over genoegdoening pijnlijk en verstikkend, omdat het zwarten in hun slachtofferschap houdt, daarbij veronachtzamend dat tragedies geen prijs kennen.

Bijlmer

Sterker, in 2000 gaf het toenmalig lid van de Raad van State van het Koninkrijk en de (Antilliaanse) voorzitter van het comité dat het kabinet-Kok I adviseerde over het slavernijmonument een interview waarin hij wees op de positieve kanten van het slavernijverleden.

‘De nazaten van de slaven die nu hier wonen, hebben het beter dan de mensen die achterbleven in Afrika. Kijk maar naar hun huizen in de Bijlmer, of naar de auto’s waar ze in rijden. Die reis over de oceaan was heel vervelend, het misbruik door de handelaren verschrikkelijk, maar besef ook hoe we zijn terechtgekomen.’

Gouden Eeuw

De white man’s burden zet witte mannen, veelal cultureel antropologen en academici voor wie de scheidslijn tussen feiten, fantasie en emoties vaag is, ertoe schadevergoedingen te bepleitten. Want de witte man koestert wonden die maar niet willen helen – om er voortdurend zout in te strooien.

Daarom wordt de romantische versie van de slavenhandel levend gehouden. Volgens deze onjuiste en achterhaalde versie hebben witte mannen twintig tot honderd miljoen slaven naar de Nieuwe Wereld verscheept en daarmee hun Gouden Eeuw gerealiseerd.

Afrika

Behalve de vraag wie de eventuele herstelbetalingen zou mogen ontvangen, moet er meer aandacht komen voor de belangrijke rol die Afrikaanse landen, vooral in West- en Centraal-Afrika, hebben gespeeld.

Onderzoek van Boston University bewijst dat 90 procent van de verscheepte slaven door hun eigen landen tot slaaf werden gemaakt om vervolgens aan Europese mogendheden te verkopen.

Ruiterlijk

Ghana exporteerde slaven en gebruikte de winst om goud te importeren. Njinga, de zeventiende-eeuwse Angolese monarch, gaf bij haar bekering tot een andere godsdienst het bevel om onwelgevallige religieuze leiders als slaven te verkopen.

Exemplarisch is ook hoe in 1999 de president van Benin op bezoek in het Amerikaanse Baltimore op zijn knieën ging om Afro-Amerikanen vergiffenis te vragen voor de ‘beschamende en verwerpelijke’ rol van Afrikaanse landen in de slavenhandel.

Kopers en verkopers zouden deze feiten ruiterlijk moeten toegeven, zei hij. Toch blijven veel kopers, zoals bijvoorbeeld de islamitische wereld, muisstil over de miljoenen gekochte slaven. Waarom eigenlijk?

Simplistisch

En waar zijn de westerse waarheidvinders die geen kans onbenut laten om de schuldige Europeanen aan te wijzen? Geldt voor de islamitische wereld niet evenzeer naming en shaming?

Verder zegt de simplistische versie dat Nederland een van de grootste slavenhandelaren was, als laatste de slavernij afgeschafte en er veel aan heeft verdiend.

De feiten zijn echter glashelder: het Nederlandse aandeel in de transatlantische handel (elf miljoen slaven) was 4.8 procent.

Portugal spande de kroon met 46 procent van de totale handel, gevolgd door Engeland (28.3 procent) en Frankrijk (13.2 procent).

Verwaarloosbaar

Daar komt bij dat in 1863 de slavernij weliswaar werd afgeschaft, maar Nederland vanaf 1825 niemand meer naar de Nieuwe wereld heeft verscheept.

De Leidse historicus Piet Emmer, nestor van het onderzoek naar de Nederlandse slavenhandel, concludeerde dat de bijdrage van slavenhandel verwaarloosbaar is geweest voor de Nederlandse economie en hedendaagse welvaart.

Van de 162 gulden die eind achttiende eeuw per hoofd van de bevolking werd verdiend, was hoogstens 5 gulden afkomstig uit de verdiensten van slavenhandel en plantage-economie.

Dure les

Het is tijd om onze beleving van het verleden te veranderen. Deze zwarte bladzijde moet om en wij moeten vooruit. Ook de nazaten van de slaven willen dat.

Daarbij geldt: individuele historische schuld bestaat niet. U en ik zijn niet verantwoordelijk voor de misdaden van het nationaal-socialisme of het slavernijverleden. Daarentegen beseffen we meer dan ooit wat menselijke gelijkwaardigheid inhoudt.

Dat is een dure les die ervoor zal zorgen dat onvrijheid nooit meer ten deel zal vallen aan bepaalde rassen of groepen.

En om mijn criticasters voor te zijn: ik ben uiteraard geen racist. Ik hecht er enkel aan dingen in hun context te plaatsen.