Zijlstra: ‘Goedpraten salafisme gevaar voor Nederlandse democratie’

19 februari 2016Leestijd: 2 minuten

Nederland is veel te tolerant als het aankomt op extremistische religieuze uitingen. Als geloofsgemeenschappen zoals het salafisme niet worden aangepakt, kan dat de democratie in Nederland zelfs ondermijnen.

Dat zegt VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra in een interview met dagblad Trouw.

Zijlstra zegt dat ‘Nederland moet stoppen met het tolereren van intolerantie.’ Extremistische ideeën proberen te integreren in de samenleving noemt hij een vorm van zelfcensuur. ‘Wij mogen niet inschikken, ook niet als dat het doel heeft om extremisten te temperen. Als je dat lang genoeg laat plaatsvinden, dan eindig je – denk ik – in een onvrije samenleving.’

Fundamentalistisch

De discussie draait vooral om het salafisme, een fundamentalistische stroming binnen de islam. ‘Daar worden dingen geroepen en gezegd die echt ondermijnend zijn voor onze democratische rechtsstaat,’ aldus Zijlstra.

Onder ‘het kopje religie’ zeggen Nederlanders vaak: ‘laten we er niet al te moeilijk over doen,’ vervolgt hij. Volgens de AIVD groeit het salafisme in Nederland en vormt het een voedingsbodem voor de gewelddadige jihad.

Wilders

Eind 2015 kwamen coalitiepartijen VVD en PvdA met een motie om te onderzoeken wat er kan worden gedaan om salafistische organisaties aan te pakken. Nog voor de verantwoordelijke ministers antwoord hebben gegeven, kondigt Zijlstra aan dat de VVD de komende maand een initiatiefwetvoorstel uit 2003 – destijds gemaakt door VVD-kamerlid Geert Wilders – zal voorleggen aan de Kamer.

Het voorstel moet het OM in staat stellen op te treden tegen salafistische organisaties. ‘We kunnen religieuze genootschappen op dit moment niet verbieden als zij de staat ondermijnen,’ legt Zijlstra uit. In het burgerlijk wetboek zijn deze beschermd van strafvervolging, wat volgens de VVD dus snel moet veranderen.

Niet iedereen is een voorstander van het vervolgen van religieuze stromingen. Volgens de burgemeester van Den Haag Jozias Van Aartsen zal een de facto verbod op salafistische organisaties juist een averechts effect hebben en leiden tot ‘beeldvorming dat deze mensen apart gezet worden, dat ze worden uitgesloten van onze samenleving. Terwijl we dat juist niet willen.’