Terreurverdachte B: ‘Ik wilde stoer doen bij de meisjes’

25 augustus 2015Leestijd: 2 minuten
''

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vier jaar cel geëist tegen terreurverdachte Mohamed B. (27). De verdachte verweert zich door te zeggen dat het allemaal ‘stoerdoenerij’ was.

De in Amsterdam wonende Marokkaan B. zweerde in een schriftje trouw aan de leider van de terroristische organisatie Islamitische Staat (IS), beschikte over een handleiding voor het maken van een bom en zei tijdens chats op Facebook dat hij graag naar Syrië wilde gaan.

Volgens het OM was B. dan ook van plan om een aanslag te plegen op politie- of militaire doelen. Maar B. zelf doet de hele bewijsvoering af als onzin.

Stoerdoenerij

Met zijn verhalen over IS en het geplande vertrek naar Syrië zou hij stoer hebben willen doen bij de meisjes. In Marokko heeft hij zich eerder voorgedaan als rijke jongeman, terwijl hij eigenlijk geld stal.

Tijdens chats zei hij ook dat hij drugs dealde en vroeg hij de vrouwen naar hun borsten en seksuele eigenschappen. Eerder werd al duidelijk dat B. nooit in Libië aan een trainingskamp heeft meegedaan, hoewel hij dit wel beweerde.

Jihadistische neiging

Toch gelooft het OM niet dat het allemaal stoerdoenerij is geweest, omdat hij zo veelvuldig over zijn jihadistische neigingen chatte en omdat hij ook in het schriftje vrijwel alleen extremistische uitingen schreef.

Volgens de aanklager was B. weliswaar nog maar in het beginstadium, maar was hij wel degelijk bezig met het vergaren van kennis over de gewelddadige jihad en over een bom die hij tegen Nederlandse politieagenten of militairen of de Amerikaanse ambassade zou kunnen gebruiken.

Geen aanwijzingen

B.’s advocaat André Seebregts begrijpt wel dat het OM de zaak serieus neemt en er geen genoegen mee neemt dat B. zegt dat het een ‘grapje’ was. Toch zijn er volgens de raadsman nauwelijks aanwijzingen dat B. het serieus meende.

Er zijn geen signalen dat B. is geradicaliseerd.  Hij dronk, rookte, sprak nooit over het geloof en had geen wapens of onderdelen van bommen. De aantekeningen in het schrift zou hij hebben gemaakt als geheugensteuntje voor bij zijn chats. Als hij zich voordeed als ‘dappere IS-strijder’ moest hij ook IS-achtige dingen kunnen zeggen, zegt Seebregts.

Deskundigen zeggen door de taalbarrière niet vast te kunnen stellen of B. verminderd toerekeningsvatbaar is. Wel constateren zij dat B. gemakkelijk opgaat in fantasieverhalen.