Wie heeft er gelekt? Tweede Kamer moet het zelf onderzoeken

11 november 2015Leestijd: 2 minuten
'ANP'

Niet het Openbaar Ministerie (OM), maar de Tweede Kamer moet onderzoek doen naar het lekken uit de ‘commissie-Stiekem’. Een of meerdere fractievoorzitters hebben zich mogelijk schuldig gemaakt aan een ambtsmisdrijf.

In de ‘commissie-Stiekem’ overleggen fractievoorzitters van de grote partijen over lopende veiligheidszaken en soms ook over staatsgeheimen. Daaruit is het verboden te lekken. Als dat wel gebeurt, kan dit zelfs leiden tot een gevangenisstraf.

Maar Justitie is naar eigen zeggen niet bevoegd om verder onderzoek te doen, omdat het hier mogelijk gaat om een ambtsmisdrijf door een lid van de Tweede Kamer, staat in een verklaring van het OM.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Grondwet

‘Nadat een of meer leden van de CIVD in beeld kwamen ten aanzien van het mogelijk lekken van informatie, is het onderzoek door de Rijksrecherche stilgelegd. Aangezien het hier mogelijk om een ambtsmisdrijf door een lid van de Tweede Kamer gaat, is het OM niet bevoegd om verder onderzoek te doen, zo is vastgelegd in artikel 119 van de Grondwet,’ is onder meer te lezen.

Het onderzoek is doorgeschoven naar het presidium van de Tweede Kamer, dat wordt gevormd door de voorzitter en ondervoorzitters en dat de dagelijkse leiding over de Kamer heeft.

De afgelopen week schreef De Telegraaf dat VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra aangifte (die volgens het OM is gedateerd op 13 maart 2014) zou hebben gedaan. De vermoedens van de fractieleiders over wie er zou hebben gelekt, zouden bijna allemaal richting PvdA-leider Diederik Samsom gaan. Maar hijzelf ontkent in alle toonaarden de bron van het lek te zijn, en niet door de Rijksrecherche te zijn verhoord.

Belgegevens

De zaak draait om 1,8 miljoen belgegevens die aan de Amerikaanse inlichtingendienst NSA werden verstrekt in het kader van terrorismebestrijding, waarover minister Ronald Plasterk (PvdA) van Binnenlandse Zaken toentertijd onjuiste informatie had verstrekt.

Hij kreeg hiervoor vorig jaar van een groot deel van de oppositie een motie van wantrouwen. Ook zou hij het nagelaten hebben de Kamer erover te informeren. Maar de commissie-Stiekem zei niets te weten van de verzameling van 1,8 miljoen metadata. Hierna werd er uit de commissie gelekt dat het kabinet de Kamer daar wel degelijk vertrouwelijk over had ingelicht.