‘100 belangrijkste EU-regels kosten meer dan lokale belastingen’

21 oktober 2013Leestijd: 2 minuten

De honderd belangrijkste regelgevingen uit de Europese Unie kosten het Verenigd Koninkrijk jaarlijks naar schatting 27,4 miljard pond (32,4 miljard euro). Dat is net iets meer dan de Britten kwijt zijn aan lokale belastingen (council tax).

Dat schrijft de Europa-kritische denktank Open Europe.

De vijf duurste Europese regels zijn voor het Verenigd Koninkrijk:

  1. De kapitaalregels voor banken die per 1 januari ingaan. Volgens de denktank kosten die regels (CRD IV geheten) de Britten jaarlijks 4,5 miljard pond (5,3 miljard euro).
  2. Werktijdenregels. Dat zijn de Europese afspraken over het maximale aantal werkuren per week, minimale aantal pauzeminuten en vakantiedagen en het beperken van nachtwerk. Deze wetten kosten het Verenigd Koninkrijk jaarlijks 4,1 miljard euro (4,9 miljard euro).
  3. Klimaat- en energieregels. Kosten volgens Open Europe 3,4 miljard pond (4 miljard euro).
  4. De uitzendrichtlijn, waardoor uitzendkrachten recht hebben op ten minste dezelfde arbeidsvoorwaarden reguliere werknemers in gelijkwaardige functies. Het gaat om onder meer loon, reiskostenvergoeding, pauzes en werken op feestdagen. Die richtlijn zou de Britten jaarlijks 2 miljard pond (2,4 miljard euro) kosten.
  5. Richtlijnen over gebouwen en onder meer hun isolatie en energielabel kosten volgens Open Europe voor de Britten jaarlijks 1,5 miljard pond (1,8 miljard euro).

Opbrengsten

Een groot deel van de EU-regels levert het land uiteindelijk wel weer geld op. Bij ongeveer een kwart van de regels is de opbrengst volgens Open Europe lager dan de kosten, dat gaat bijvoorbeeld om de regels over het energieverbruik van gebouwen.

Bij nog eens 33 regels is het onduidelijk of ze iets opbrengen. Het gaat dan onder meer om werktijdenregels, databeschermingsregels en regels voor ouderschapsverlof. Bekijk de volledige lijst hier (pdf).