We gaan niets nieuws leren van experimenten met basisinkomen

11 augustus 2015Leestijd: 3 minuten
''

Ook Utrecht start een experiment met een uitkering zonder voorwaarden of tegenprestatie die ontvangers houden als ze werk krijgen. Het zijn verspilde euro’s.

Het wordt steeds aantrekkelijker om een bijstandsuitkering aan te vragen. Vorige week voegde Utrecht zich in het rijtje gemeenten die gaan experimenteren met het basisinkomen – een uitkering zonder voorwaarden of tegenprestatie die ontvangers houden als ze werk krijgen. Vier gemeenten gaan een experiment doen. Nog eens negen doen onderzoek naar de mogelijkheden van een experiment.

Het gaat hier dus om een basisinkomen voor een beperkte groep: alleen bijstandsgerechtigden. Eigenlijk zou iedereen zo’n uitkering van de staat moeten krijgen, vinden voorstanders. Het idee, afkomstig uit verkiezingsprogramma’s van de Politieke Partij Radikalen uit de jaren zeventig, beleeft een revival (de PPR ging op in GroenLinks).

Voor de goede orde: zo’n gratis-geld­regeling voor iedereen is volstrekt onbetaalbaar. Om een basisinkomen te bekostigen, moeten mensen die werken tweederde van hun inkomen afstaan aan mensen die dat niet doen. Een subsidie op luieren dus.

Voorstanders van het basisinkomen juichen de experimenten toe. Wie vraagtekens plaatst, kan rekenen op een repliek als: ‘Tja, als je niet wil experimenteren, leer je nooit wat’ (tweet van historicus Rutger Bregman, een van de voornaamste voorstanders). Dat is onzin: van die experimenten gaan we niets nieuws leren.

Boterzacht

Het is welbekend wat er gebeurt als je mensen een uitkering geeft zonder voorwaarden. Hiervoor hoeft slechts naar de geschiedenis te worden gekeken. Nederland heeft immers jarenlang uitkeringen met boterzachte voorwaarden verstrekt. En anders kunnen basisinkomen-adepten kijken naar de bijstandsontvangers die zijn vrijgesteld van sollicitatieplicht – bijna een kwart van het totaal.

Die mensen gaan niet snel weer aan het werk. En hoe langer mensen wegblijven van de arbeidsmarkt, hoe kleiner de kans is dat ze er ooit naar terugkeren.

De afgelopen jaren zijn kabinetten juist tot het inzicht gekomen dat het onwenselijk is om mensen met een kleine zak geld langs de zijlijn van de samenleving te parkeren. Dus wordt van mensen in de bijstand verlangd dat ze een tegenprestatie leveren, opdat ze het huis uit komen en uiteindelijk weer aan het werk gaan. Het activerende sociaal beleid levert gemeenten wél extra kosten op.

Er bestaat bovendien al een groot administratief apparaat om mensen te behoeden voor armoede – denk aan huur- en zorgtoeslag en kinderbijslag en bijzondere bijstand.

Gekkenwerk

Je zou de plannen van de experimenterende wethouders kunnen zien als een reactie op dit kabinetsbeleid, voorzien van de juiste modewoorden. Maar het basisinkomen is niet de oplossing. In eerste instantie is het voor gemeenten misschien goedkoper om geld zomaar weg te geven. Maar ontvangers blijven dat dus ook krijgen als ze werk vinden. Dat stimuleert het vinden van werk, maar kan gemeenten veel geld kosten naarmate meer mensen in de bijstand gaan.

Die kans is groot, want bijstandsontvangers kunnen zich heel goedkoop aanbieden als arbeidskracht. Geld krijgen ze immers toch al, stelden economen Willem Vermeend en Rick van der Ploeg terecht vast in De Telegraaf. Zo prijzen ze anderen de markt uit. Het zou leiden tot de situatie dat je een bijstandsuitkering moet aanvragen omdat je baan te weinig betaalt. Gekkenwerk.

Elsevier nummer 33, 15 augustus 2015