Hoe zat dat ook al weer met Turkije en de EU?

31 oktober 2013Leestijd: 2 minuten

De onderhandelingen tussen de 28 EU-lidstaten en Turkije zullen, na een lange onderbreking van drie jaar, in november worden opgestart. Elsevier zet de belangrijkste wapenfeiten in deze moeizame relatie nog eens op een rij.

De flirt tussen Turkije met de Europese Unie – en omgekeerd – gaat verder terug dan 2005, het jaar waarin de gesprekken over een Turks EU-lidmaatschap voor het eerst werden gevoerd.

Aankloppen

Toen gezworen vijand Griekenland in 1959 bij Brussel aanklopte om lid te mogen worden van de EU, aarzelde de Turkse regering niet met hetzelfde verzoek te komen.

Griekenland werd in 1981 uiteindelijk wel lid, maar Turkije stond voorlopig in de wacht. Wel sloot het een zogeheten Associatieverdrag met de EEG, de voorloper van de huidige Europese Unie.

Datum

In december 2004 kreeg Turkije op de Europese Top in Brussel een onderhandelingsdatum (3 oktober 2005) aangereikt, uitgerekend door toenmalig premier Jan Peter Balkenende (CDA) die zich altijd tegenstander van Turkse toetreding toonde.

De oud-premier was in goed gezelschap: ook Duits bondskanselier Angela Merkel en de in 2007 gekozen Franse president Nicolas Sarkozy waren nooit erg enthousiast over het idee om Turkije toe te laten tot de Unie. Hun doel was een ‘speciale relatie’ met Turkije.

Geslonken enthousiasme

Aan Turkse kant was er gaandeweg ook minder enthousiasme voor EU-lidmaatschap. Gaf in 2004 nog 73 procent van de Turken aan voor toetreding te zijn, in 2011 – toen de onderhandelingen flink in het slop zaten – was dat nog maar 54 procent.

De Turkse regering verlegde haar aandacht ondertussen naar het Oosten: met Irak, Iran en Syrië wordt, of werd, veelvuldig handel gedreven.

Oude thema’s

Nu in november de onderhandelingen toch weer op gang worden gebracht, zullen ook de oude thema’s een rol gaan spelen. De belangrijkste thema’s zijn hervormingen op het gebied van democratie, de betrekkingen met EU-lidstaten Griekenland en het opgedeelde eiland Cyprus.

Ook de Koerdische kwestie, de rol van het leger en vrijheid van meningsuiting zijn voor de EU onderwerpen die door de Turken moeten worden aangepakt. Anders kan er geen sprake zijn van lidmaatschap.

Erdogan deed eind september al een eerste poging: hij kondigde aan dat minderheden meer rechten krijgen en dat het hoofddoekverbod in publieke instellingen zal worden afgeschaft. Tegelijkertijd beticht de seculiere oppositie hem van islamisering van het land.