De martelende psychopaten en sadisten in de Arabische wereld

31 oktober 2014Leestijd: 4 minuten

De uitspattingen als gevolg van de Arabische revolutie worden maar mondjesmaat beschreven door westerse media. Fictie is nodig om de gruwelijkheden van Noord-Afrikaanse en Midden-Oosterse inlichtingendiensten inzichtelijk te maken.

De Arabische Storm is de vrucht van tirannie. In de meeste Arabische landen regeren tirannen met eigenaardige trekjes. De tiran van Libië hield vooral van fantasieën: hij beschouwde de Amerikaanse president Barack Obama als zijn zoon.

De Europese kranten die de Arabische Lente bezongen, schrijven weinig over de gevolgen van de islamitische revolutie die als een orkaan over de Arabische wereld raast.

Censuur

Elsevier doet dat wel: het had een interview met de Libische dichter en journalist Saad Salem. Zij was de hoofdredacteur van Al-Beet, de Libische Opzij. Haar blad kon ondanks de censuur onder Muammar al-Khaddafi wel verschijnen.

Maar nu niet meer. Salem verblijft als asielzoeker in Nederland. Haar hoop is gevestigd op een seculiere generaal. Wordt deze generaal de nieuwe tiran van Libië?

Niet alle Arabische tirannen waren fantasten. Zine El Abidine Ben Ali, de gevluchte president van Tunesië was een ordinaire dief. Al die tirannen beschikten over een gevreesd veiligheidsapparaat, opgericht om het voortbestaan van de tirannie te waarborgen. Psychopaten en sadisten stonden en staan aan het hoofd van de veiligheidsdiensten van de tirannen in de Arabische wereld.

Vreeswekkende conclusie

In landen als Syrië, Libië onder Khaddafi of Irak onder Saddam Hussein hadden de inlichtingen- en veiligheidsdiensten de handen vrij. In Schattenarmeen. Die Geheimdienste der islamischen Welt beschrijft Wilhelm Dietl een aantal inlichtingendiensten van islamitische landen. Daarin komt hij tot deze vreeswekkende conclusie:

‘Gemeinsam ist den Geheimdiensten der Region, arabisch Muchabarat, dass sie absolut kompromisslos gegen die Feinde und Andersdenkenden im Inneren vorgehen. Sie morden und foltern, verbreiten Angst und Schrecken. Intellektuellen begegnen sie von Anfang an mit Misstrauen und Ablehnung. Schriftsteller, Journalisten und Oppositionspolitiker stehen für sie auf der Liste potenzieller Feinde ganz oben. Im Vergleich zu den geheimen Diensten der islamischen Welt war die Staatssicherheit im früheren Ostblock ein menschenfreundliches Gebilde.’

DDR

De inlichtingendienst van de DDR was menslievender dan die van vele Arabische landen. In zijn studie beschrijft Dietl ook de geschiedenis van de Iraanse inlichtingendiensten. De islamitische staat van Iran beschikt momenteel over de ergste, mensonvriendelijkste veiligheidsdienst die we in de islamitische wereld kunnen aantreffen.

Tunesië, waar de islamisten net de verkiezingen hebben verloren, werd ook ooit geregeerd door een buitengewoon autoritaire man. President Ben Ali was een dictator als die in een bananenrepubliek. Wel overheerste in Tunesië de Franse cultuur, vooral op het gebied van de scheiding tussen kerk en staat. Dat is ook de reden dat de islamisten daar niet de meerderheid kunnen krijgen.

Thriller

De inlichtingendiensten van Ben Ali waren evenmin zachtzinnig. René van Rijckevorsel, lid van de hoofdredactie van Elsevier, schreef daarover een spannend boek, een thriller.

In Tunis verhaalt hij over de moord op een Nederlandse diplomaat. Die moord is echt gepleegd. Op 27 februari – niet onbelangrijk: mijn verjaardag – 1991 werd Robert Jan Akkerman vermoord. Hij was toen de tweede man op de Nederlandse ambassade in Tunesië.

27 februari 1991 is een bijzondere datum. In de avond van 27 februari 1991 werd Saddam Hussein door geallieerden onder leiding van de Verenigde Staten uit Kuweit verdreven. Vanaf dat moment begon een proces dat uiteindelijk in maart 2003 tot de definitieve verwijdering van Saddam leidde. Ditmaal gingen de Amerikanen grondig te werk.

Korporaal

De moord op Robert Jan Akkerman werd nooit geheel opgehelderd. De Tunesische dictator offerde daarvoor een korporaal op. Was hij de dader? Een Nederlandse krant meldde destijds:

‘Robert Jan Akkerman was de laatste Nederlandse diplomaat die Bagdad verliet voor het uitbreken van de Golfoorlog. Maar voor die oorlog was afgelopen, stierf hij, veertig jaar oud, als gevolg van een aanslag vlak voor zijn huis in de voorstad Sidi Bou Saïd in Tunis, waar hij als eerste secretaris was verbonden aan de ambassade. De PLO, waarvan het hoofdkwartier in Tunesië is gevestigd, was een van zijn belangrijkste aandachtsgebieden.’

Dit is een perfect uitgangspunt voor een politieke thriller.

Asielzoekers

Tunis begint in het uitzendcentrum van Ter Apel waar uitgeprocedeerde asielzoekers verblijven in afwachting van hun uitzetting. Vanuit het uitzendcentrum zoekt de oud-minister van Binnenlandse Zaken van Tunesië contact met Fiona Duijnwyck, hoofdpersonage uit het boek. Vanwege zijn misdadige verleden heeft hij geen asiel gekregen. Wat zijn dit voor politici, die zelfs alle clichés over een Arabische tiran kunnen overstijgen?

Non-fictie biedt geen levendig beeld van dergelijke figuren en regimes. Maar René van Rijckevorsel brengt de mannetjes van de tirannen tot leven:

‘Niets aan hem, behalve de haakneus en de ogen, deed nog denken aan die sadistische machtswellusteling van drieëntwintig jaar geleden. Dat hij niet de eerste de beste woestijnarabier was, bleek uit zijn gebit. In plaats van een stel lichtbruin getinte zerken met donkere vlekken en een enkel gapend gat, had hij een rechte rij ivoorwitte tanden achter de grijze baardharen, waar zelfs de schaduw van zijn neus geen duistere vat op had.’ Een prachtige literaire beschrijving!

Concurrent

Mijn held Tomas Ross heeft er een geduchte concurrent bij. Ik sprak Ross kortgeleden en hij is, zoals het een grote schrijver betaamt, blij met René van Rijckevorsel en met Tunis.

De wetenschap kan niet doordringen tot de ziel van tirannen en folteraars, daarvoor bestaat de literatuur. Tunis van René van Rijckevorsel leest als een geoliede machine, een spannend en mooi geschreven boek.