Chinese machthebbers worstelen met erfenis Mao Zedong

19 december 2013Leestijd: 3 minuten

Op 26 december wordt in China de 120ste geboortedag van Mao Zedong herdacht. Wat tevoren een grootse herdenking leek te worden, wordt echter van hogerhand versoberd. Chinese machthebbers worstelen met de nagedachtenis van de grondlegger van de partij en het land.

Je zal maar de maker zijn van de honderddelige televisieserie over het leven van Mao. Een paar dagen voordat de serie zou worden uitgezonden, kreeg de man te horen dat zijn levenswerk in de ijskast is gezet.

De producent van het gala ‘Het roodst is de zon en het dierbaarst is voorzitter Mao’ kreeg een eenregelig briefje van de propaganda-afdeling van de communistische partij dat voorstellingen in het kader van Mao’s geboortedag zonder voorafgaande toestemming niet mogelijk zijn.

Hij begreep de hint, annuleerde het gala en verving alle posters in de Chinese hoofdstad Beijing voor die van een nieuwjaarsgala.

Afgrond

Chinese leiders hebben een haat-liefdeverhouding met Mao. Enerzijds stond hij aan de basis van de communistische partij en de vorming van de Chinese staat. Anderzijds heeft hij de jonge republiek bijna in de afgrond gestort, met chaos, terreur en hongersnoden tot gevolg, die tientallen miljoenen Chinezen het leven hebben gekost.

Er staan nog steeds zo’n tweeduizend standbeelden in China waar de mensen buigen en bidden. Zijn beeltenis is ook nog steeds prominent aanwezig op de belangrijkste plek in Beijing: iedere toerist die op het Tiananmen-plein is geweest, is onder dat enorme portret doorgelopen.

Minder zichtbaar zijn de sociale gevolgen van de culturele revolutie. De achterstand die China heeft op cultureel en wetenschappelijk gebied is te wijten aan de periode waarin met de elite korte metten is gemaakt en werken op het land of in de fabriek het hoogst haalbare was.

Beladen

Die Chinese geschiedenis is dus beladen. Ook de mannen die nu aan de top staan, zijn van een leeftijd dat ze de Mao-tijd allerminst zijn vergeten.

De top van de communistische partij kijkt daarom liever vooruit. Ten opzichte van de geschiedenis hanteren ze een pragmatische opvatting: als het ons goed uitkomt, putten we uit het verleden en als het slecht uitkomt, zwijgen we die dood.

Hervormingen

Dat een grootse Mao-herdenking de leiders nu minder goed uitkomt, heeft alles met economische hervormingen te maken. Het nieuwe Chinese leiderschap onder leiding van president Xi Jinping heeft besloten het land verder te moderniseren.

Je kunt je afvragen wat er over is van het ideaal dat de communisten in 1949 voor ogen stond. Slapjes spreken de leiders van nu over een socialistische markteconomie, of kapitalisme ‘met Chinese karakteristieken’. Ze parafraseren voormalig leider Deng Xiaoping: ‘Als we toch allemaal gelijk zijn, laten we dan tenminste allemaal rijk worden.’

Mausoleum

Mao zou zich omdraaien in zijn mausoleum, als hij zou horen over minder staatscontrole, meer buitenlandse invloeden en privébezit van grond voor boeren.

Maar hem negeren, dat kan ook niet. Hij stond aan de basis van de partij. Mao afzweren, betekent een einde aan de legitimatie van de eenpartijstaat.

Elke dag dat het portret blijft hangen op het Tiananmenplein verwijdert China zich verder van Mao’s gedachtengoed. Maar met elke dag wordt het een stukje moeilijker om dat portret te verwijderen.