Hoe konden Britse opiniepeilers er zo ver naast zitten?

08 mei 2015Leestijd: 3 minuten

Alle negen prominente opiniepeilers in Groot-Brittannië voorspelden een nek-aan-nek-race tussen ‘The Conservative Party’ en ‘Labour’. Ze zaten er volledig naast. Hoe kan dat in godsnaam?

Deze overwinning van de Conservatieven zag Groot-Brittannië niet aankomen. ‘UK Conservatives in shock election victory’ schrijft de BBC op zijn website. De nieuwszender vindt de overweldigende winst van de ‘Tories’ kennelijk ‘schokkend’. De partij van de zittende premier David Cameron vaagt de sociaaldemocraten van Ed Miliband volledig weg van het electorale strijdveld. Het verschil is bijna 100 zetels.

En dat terwijl alle negen prominente opiniepeilers een nek-aan-nek-race hadden voorspeld. Hoe kun je als professioneel opiniepeiler er in godsnaam 100 zetels naast zitten? Dat is een verschil van 2 miljoen kiezers.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Excuses

De meeste opiniepeilers steken de hand in eigen boezem. Stephan Shakespeare, directeur van opiniepeiler YouGov, bood via Twitter zijn excuses aan. ‘Dit was een vreselijke nacht voor ons opiniepeilers. Ik bied mijn excuses aan voor deze povere prestatie. We moeten uitzoeken hoe dit kon gebeuren,’ schrijft hij.

Die houding is al een heel verschil met 1992 toen iets soortgelijks gebeurde in Groot-Brittannië. Vooraf hielden de peilers rekening met een nipte overwinning voor Labour. Het zou hoe dan ook weer een ‘horse race’ worden. De metafoor van de paardenrace wordt maar al te graag gebruikt in de parlementaire journalistiek, maar ook toen zaten de peilers er gigantisch naast. De Conservatieven boekten een glansrijke overwinning met 336 zetels, terwijl ‘favoriet’ Labour het met 271 zetels moest doen.

Torie Shyness

Een analyse van de opiniepeilers trok toen de conclusie dat de peilbureaus zich hadden laten beetnemen door een fenomeen dat de ‘Shy Tory Factor’ wordt genoemd. De ‘Tory Shiness’ houdt in dat Tory-stemmers de opiniepeilers misleiden door hun voorkeur pas in het stemhokje te uiten.

Sindsdien houden de methodes van de peilbureaus rekening met dit fenomeen. Dit leidde hoe dan ook niet tot de gewenste resultaten. De peilbureaus bleven bij de vier komende verkiezingen sinds 1992 de Tories consequent te laag inschatten. Alleen in 2010 zaten ze goed.

Schuchtere kiezers?

Een toevalstreffer zo is nu gebleken. Er lijkt bovendien meer aan de hand dan alleen ‘Tory Shiness’. Een verschil van 100 zetels kan toch moeilijk alleen door schuchtere kiezers worden verklaard. Waarom treedt dit fenomeen bijvoorbeeld niet op bij UKIP, de ‘Lib Dems’ en de ‘Greens’? De voorspellingen voor deze partijen bleken dit jaar wel accuraat.

Een andere verklaring wordt gezocht in een ‘last-minute swing’ van besluiteloze kiezers. Kozen 2 miljoen kiezers in het stemhokje werkelijk opeens iets anders dan ze vooraf hadden aangegeven? Bovendien zaten veel peilers, zoals YouGov, er ook in hun exit poll naast. Deze meting was gedaan nadat kiezers hadden gestemd. Een ‘last-minute swing’ kan hier dus geen excuus zijn.

Online/offline

Een mogelijke verklaring zou kunnen worden gezocht in de manier van peilen. Dit gebeurt sinds enige tijd zowel offline als online. Potentiële kiezers worden opgebeld (offline) of kunnen online hun voorkeur doorgeven. Op enkele websites werd in de aanloop naar de verkiezingen aangegeven dat in de telefoonpeilingen de Tories wel een voorsprong hadden, terwijl bij de online peilingen er nauwelijks verschil was.

Shakespeare van YouGov wijst dit van de hand. ‘Telefoonpeilingen en online peilingen hadden gisteravond vergelijkbare afwijkingen. Dit (probleem) gaat niet over online/offline, maar over peilen en stemgedrag,’ zei Shakespeare.

Structureel probleem

Tijd dus voor de opiniepeilers om terug in de schulp te kruipen en eens goed naar de eigen methodes te kijken. Want het probleem lijkt structureel van aard te zijn. Politiek socioloog Stephen Fisher zei tegen The Guardiandat de peilbureaus al sinds de jaren zeventig de Tories consequent te laag en Labour te hoog inschatten. ‘Peilbureaus hebben veel werk gedaan om dit tegen te gaan, maar het blijft gebeuren. Er is een pro-Labour en een anti-Conservative-bevooroordeeldheid binnen de peilbureaus.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Peilbureau Populus lijkt de boodschap te hebben begrepen. Het bureau zegt op Twitter: ‘De verkiezingsresultaten werpen serieuze zorgen op voor alle opiniepeilers. We gaan onze methodes herzien en hebben de British Polling Council gevraagd een onderzoek in te stellen.’ Dit laatste gebeurde ook in 1992. Het is te hopen dat de lessen dit keer wel worden geleerd.