IS over Verviers: moge Allah onze Belgische broeders genadig zijn

27 januari 2015Leestijd: 2 minuten
'EPA'

Terreurbeweging Islamitische Staat heeft gereageerd op de anti-terreuractie in het Belgische Verviers, waarbij twee jihadisten om het leven kwamen. Een IS-leider spreekt over zijn ‘broeders in België’.

In een audioboodschap roept Abu Mohammad al-Adnani moslims op het voorbeeld van de mannen te volgen, meldt de Vlaamse krant Het Laatste Nieuws dinsdag.

Jihadisten

Adnani is een woordvoerder van IS en een van de hoogste leiders van de terreurgroep in Syrië. In de audioboodschap richt Adnani zich tot sympathisanten van IS. ‘Richt jullie tegen de kruisvaarders, waar zij ook te vinden zijn.’

Hij doet ook nog suggesties voor hoe jihadisten aanslagen kunnen plegen. ‘Of dat nu met explosieven is, met kogels, een mes, een auto, een steen of zelfs een laars of een vuist.’ Hij verwijst daarbij naar de gebeurtenissen in Canada, Australië, Frankrijk en de verijdelde aanslag in België.

‘Jullie zagen wat onze broeders daar hebben gedaan. Moge Allah hen genadig zijn en hen belonen.’ Even later verschenen op Twitter foto’s van de twee mannen die zijn gedood bij de anti-terreuractie eerder deze maand.

De 23-jarige Khalid Ben Larbi, met nom de guerre Abou Zoubeyr, en de 26-jarige Soufiane Amghar, ook wel Abou Khalid genoemd. ‘Dit zijn de martelaren uit België die sjeik Adnani in zijn toespraak heeft vermeld,’ stond bij het bericht. ‘Moge Allah hen een hoge plaats toekennen.’

Doelwit

Bij de anti-terreuractie werden drie mannen aangehouden. Hun voorarrest is vorige week met een maand verlengd. De drie mannen, Marouan E., Mohamed H. en Bille E., worden verdacht van deelname aan activiteiten van een terroristische groep in verboden wapenbezit.

Bij de aanslagen waren onder meer het hoofdkwartier van de politie in Brussel en het politiebureau in Molenbeek doelwit. De jihadisten zouden een aanslag op het bureau in Molenbeek hebben willen plegen, omdat zij daar in hun jeugd veel tijd hebben doorgebracht. Het zou gaan om een wraakactie.

Ze zouden meer op het politiebureau dan op school hebben gezeten. Op jonge leeftijd werden de jihadisten opgepakt vooral voor ‘kleine criminaliteit’. Het politiebureau in Molenbeek zou daardoor hoog op hun lijstje hebben gestaan.