Vijf vragen en antwoorden over de oprukkende IS-terroristen

24 augustus 2014Leestijd: 3 minuten
''

De Islamitische Staat (IS) heeft de greep op het noorden van Syrië verder verstevigd. Bij Tabqa veroverden de terroristen zondag een grote militaire vliegbasis. Vijf vragen en antwoorden over deze terreurbeweging op een rij:

1. Hoe kon IS zo snel oprukken?

In Syrië heeft het leger van president Bashar al-Assad zijn handen vol aan de verschillende rebellenbewegingen en terroristische groepen, waaronder IS. Met dank aan de nauwelijks bestaande grens tussen de twee landen, verplaatste IS haar front begin dit jaar weer naar Irak, waar het vóór de burgeroorlog in Syrië jarenlang tegen de daar aanwezige Amerikaanse militairen vocht.

Het Iraakse leger blijkt onmachtig de opmars te stuiten, ondanks jarenlange training door de Amerikanen. Amerikaans legermaterieel kwam in handen van IS-soldaten, in totaal zo’n 10.000. In delen van Irak worden de soennitische IS-terroristen bovendien verwelkomd als bevrijders die een einde zullen maken aan de slechte positie van soennieten.

2. Wat is het doel van IS?

IS-leider Abu Bakr al-Baghdadi riep in de grootste moskee van de veroverde stad Mosul het kalifaat, een islamitisch rijk, uit, dat zich moet gaan uitstrekken van de Middellandse Zee tot aan de Tigris in Irak. Wie zich niet bekeert tot de strenge soennitische variant die IS voorstaat, wordt omgebracht. Berichten van massa-executies van etnische en religieuze minderheden doken veelvuldig op internet op, naar buiten gebracht door IS zelf.

Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch meldt dat christenen en Jezidi’s worden ontvoerd, vermoord, soms levend begraven. Volgens een rapporteur van de Verenigde Naties worden vrouwen verkocht, meisjes gedwongen tot besnijdenis.

Geld heeft IS in overvloed, door bankovervallen, veroverde olievoorraden en mogelijk buitenlandse giften van rijke soennieten uit de Golfstaten.

3. Kunnen de Koerden IS stoppen?

Aanvankelijk waren milities van Koerdische strijders, de zogeheten peshmerga, in staat verlies van steden in het semi-autonome Koerdistan te voorkomen. Maar twee weken terug braken IS-terroristen in een nieuw offensief plotseling door de linies van Koerden, die zich terugtrokken. De Koerdische strijders hebben, met behulp van de Amerikanen, intussen het gebied rond de belangrijke stuwdam bij Mosul heroverd.

Gezien de onmacht van het Iraakse leger en de onwil van andere landen om grondtroepen naar Irak te sturen, blijft de hoop gevestigd op de Koerden. Zij krijgen nu wapens van de Verenigde Staten, Duitsland en Groot-Brittannië.

4. Is IS het nieuwe Al-Qa’ida?

Sinds de dood van Osama bin Laden is er een opvolgingsstrijd gaande tussen jihadistische groeperingen in het Midden-Oosten en Afrika: Al-Qa’ida op het Arabisch Schiereiland (Jemen), Al-Qa’ida in Noord-Afrika, Al-Shabaab (Somalië en Oost-Afrika) en Boko Haram (Nigeria).

Terrorisme-expert Daniel Benjamin verbaasde zich in de Amerikaanse krant The Washington Post over de agressiviteit van IS, vergeleken met de andere islamitische terreurbewegingen. ‘Ze laten zien dat al die jaren vechten in Irak en Syrië concreet resultaat heeft.’

Terwijl Al-Qai’da zich vooral bezighield met het plannen en plegen van aanslagen in het Westen, bewijst IS met de verovering van grondgebied het succes van jihad. Dat vergroot volgens Benjamin de aantrekkingskracht.

Geradicaliseerde moslims uit Europa en de Verenigde Staten reizen in honderdtallen naar Syrië en Irak om zich aan te sluiten. Maar ook de bovengenoemde bewegingen verliezen leden aan IS, meldden Amerikaanse officials aan The Washington Post. Dat IS nu een Amerikaanse interventie heeft uitgelokt, zou de status als toonaangevende jihadgroep alleen maar vergroten.

5. Begint Obama zo ‘zijn’ Irak-oorlog?

In 2002 noemde Obama – toen Senator – de Irak-oorlog van president George W. Bush nog een ‘domme oorlog’. Obama werd onder meer president omdat hij beloofde deze oorlog te beëindigen. Maar hij zag zich gedwongen tot militair ingrijpen, door de bijna bijbelse beelden van een volk op een berg omsingeld door bloeddorstige barbaren.

Leidt dit kleinschalig ingrijpen tot een grotere betrokkenheid, waar de Amerikaanse burgers zo genoeg van hebben? Niet als het aan de president ligt, hoewel hij zei dat het ‘maanden kan duren’, voor Irak in staat is de oprukkende jihadi’s zelf te trotseren. Gezien de politieke chaos in Bagdad kan dat inderdaad nog lang duren. Maar zoals zo vaak in het Midden-Oosten: niemand wil de Amerikanen er hebben, maar zonder hen gaat het blijkbaar ook niet.